(eerste deel zie Nieuwsbrief december 2024 en tweede deel Nieuwsbrief januari & maart 2025)
Het jongste schip gesloopt in Temse: het Turbo-elektrisch aangedreven San Silvestre (1949-1961).
De tanker MS San Sylvestre was amper 12 jaar oud toen hij door de Boelwerf werd opgekocht voor afbraak. Het schip hoorde toe aan de Eagle Oil & Shipping Company Ltd. London die het liet bouwen in 1949 te Haverton Hill-on-Tees, UK door scheepsbouwer Furness Shipbuilding Co.Ltd. bouwnummer 414 gevolgd in 1950 door het zusterschip TS San Salvador bouwnummer 445.
Alhoewel dit schip het jongste was om afgebroken te worden, was het zeker niet het kleinste, neen, het schip had een loa van ca.164m, een boa van 24.50m, een laadvermogen van 15.825 DWT vermoedelijk Metrische Tonnen ( zie verklaring hieronder bij het kleinste schip)

Foto submitted by Kees Helder

Foto courtesy Harold Appleyard
De door General Electric Co.Ltd. geleverde stoomturbine met elektrische drive heeft gedurende de twaalf jaar van haar bestaan gedurig problemen met hoofdzakelijk de boilers gegeven.
Haar zusterschip TS San Salvador idem dito. We mogen aannemen dat die problemen de levensduur van beide schepen danig heeft verkort aangezien ook TS San Salvador na 12 jaar in Nederland in Ido Ambacht werd gesloopt.
Veel meer valt er over dit schip niet te vertellen, alhoewel het volgens verhalen van de bemanning een relatief happy schip was maar mechanisch een en al miserie.
Eagle Oil & Shipping Company werd in 1959 integraal overgenomen door de Shell Groep en toen kregen de schepen het Shell logo op hun schouw
Hoe bepalen we het kleinste / grootste schip :
Om de maat van een schip te bepalen moeten we eerst weten wat haar “tonnage” is. Het kan groot of klein zijn in volume of gewicht. Het hangt ervan af wat men wenst te benadrukken: grootte, capaciteit of zelfs inkomsten.
Volume: De International Convention on Tonnage Measurement of Ships 1969 is één van de vitale conventies in shipping, geratificeerd door de International Maritime Organization (IMO).
Historisch werden er verschillende methodes gehanteerd door de verschillende maritieme naties om de tonnages van hun koopvaardijschepen te meten. Echter door de toenemende globalisering en internationale handelsbetrekkingen groeide er een noodzaak om een universeel, internationaal erkend metingsysteem te hanteren. Dat werd vervat in de International Tonnage Convention 1969. Die trad in werking in 1982 en was het product van jaren negociëren, met de bedoeling een uniform scheepsmetingsysteem uit te werken tot het meten van de gross en net tonnage , onafgezien van hun vlag of operaties. Het hoofddoel van de conventie was dus een evenwichtig systeem in het leven roepen om wereldwijd schepen in hun maritieme bezigheden zoals aanlopen van haven- en kanalen om de gelden daartoe te kunnen heffen.
Zo is:

Afbeelding uit Maritime Clippings van 19 januari 2025.
–Gross Tonnage (GT): = het totale volume binnenin het schip gemeten, laadruimten, machinekamer, bemanningsverblijven en noem maar op. Dit “volume” zal bepalend zijn om havengelden, veiligheidsvoorschriften en andere reglementeringen te bepalen
-Net Tonnage (NT): = richt zich voornamelijk op de laadruimten die de verdiencapaciteit van het schip weergeven in volume.
Gewicht: –Deadweight Tonnage (DWT): = is het draagvermogen in gewichtstonnen, doorgaans metrische tonnen (1 MT = 1000 kg / 1 LongTon = 1016kg / 1 ShortTon = 982kg) dat het schip kan dragen zoals: cargo, bunkers, provisie, water, luboils, en andere gewichten. De cargo is de verdienfactor in deze equatie.
–Displacement Tonnage: = het totaal gewicht van het schip met alles erop of erin in gewichtstonnen, doorgaans (zoals voor de DWT) in metrische tonnen of long tons of nog short tons,
–Lightweight Tonnage (LWT): = het eigen gewicht van het schip zonder cargo noch bunkers en dat belangrijk is om de sloopwaarde van het schip te bepalen = gewicht aan te recupereren metalen.
Indien we nu de slooplijst van de Boelwerf bekijken om te weten welk het kleinste of grootste schip was, moeten we in deze lijst nakijken welke hun maten in volume (GT) of gewicht (DWT) waren.
-Het grootste GT schip gesloopt in Temse: MS Orion (1934-1963) :
was tevens het mooiste, zie “Twee decennia slopen van schepen in Temse en de ScheldeDelta: deel 2” . Het mat 23.371 GRT = oude Britse meting en overtrof in grootte alle andere afgebroken schepen op de Boelwerf.
-Het kleinste GT schip gesloopt in Temse, from cradle till grave: treiler O.88 Curie (1947-1968).
De O.88 Curie mat 230 GRT (= oude Belgische meting) en was een motortreiler die gebouwd werd op de Boelwerf onder bouwn° 1101, samen met de zusterschepen Pasteur (O.85 – bouwn° 1099), Edison (O.86 bouwn° 1100) en Marconi (O.89 bouwn° 1102), voor rekening van Les Pêcheries à Vapeur in Oostende. Het logo PV in de schouw verwijst naar de naam van de firma die in 1896 door John Bauwens in Oostende werd opgericht.

Foto: O.88 Curie (1947-1968)
Het O.88 Curie heeft van 1947 tot haar opname voor afbraak in 1969 trouw gevaren en gevist in de Ijslandse en andere wateren voor de rederij PV. O.88 Curie samen met haar drie zusters werden door hun bemanningen geprezen als zijnde uitstekende, goed uitgeruste en zeewaardige treilers.
Het komt zelden voor dat een schip op een werf wordt gebouwd en het op diezelfde werf wordt gesloopt, een waardig einde en een voorbeeld van het principe van wieg tot graf (“cradle till grave”) alhoewel het schip als dusdanig er niet voor geconcipiëerd was zoals het principe wieg tot graf later werd gedefiniëerd..
Een vorige O.88 John (eveneens gebouwd op de Boelwerf in 1936 onder bouwn° 904) genoemd naar de oprichter van PV. Het is niet ongebruikelijk dat de indentificatienummer, in casu O.88, van een Oostends vissersvaartuig wordt herbruikt wanneer het dragende schip van het register verdwijnt door zinken, verkoop, vernietiging, etc… De O.88 John werd in 1940 door Duitse vliegtuigen heftig beschoten en beschadigd (en niet getorpedeerd zoals ik in verschillende publicaties las) dat het zonk , in positie 58°13N-11° 16W, en als zodanig kwam de indenficatienummer O.88 vrij.
Deze O.88 John kwam meer in het nieuws dan “onze” O.88 Curie mede omdat naar het silhouet van de O.88 John de motortreiler Sirius werd getekend door Hergé dat in het Kuifjes stripalbum “De schat van Scharlaken Rackham” verscheen. Een quasi zusterschip van de O.88 John was de O.86 Georges-Eduard (Boelwerf bouwn° 939) die jammerlijk in februari 1941 verloren ging door schipbreuk op de rotskust van Ijsland.
-Het grootste DWT schip gesloopt in Temse: Wang Dispatcher (1948-1961) Turbo-elektrisch aangedreven T2 SE A1 type Tanker.
De Wang Dispatcher werd als een type T2 SE A1 tanker gebouwd in 1947/48 door de Marinship Corporation in Sausalito, Californië, USA onder bouwnummer 77 en in de vaart gebracht als Kern Hills. Van de “Hills” klas werden er zo’n 37 gebouwd door Marinship Corp..
Deze type T2 SE A1 tankers maakten deel uit van het in 1941 uitgevaardigde noodtankerplan waarin 481 van deze schepen werden gebouwd door Marinship Corp. en nog 3 andere werven in de USA.
Het waren echte “serieschepen” die aan de lopende band van stapel liepen. Schepen op zich waren loa 159.88m, boa 20.77m, GT 10.441, DWT 16.560, SHP 6.000, snelheid 14.50 knopen.

T2-SE-A1 tanker tekening courtesy David Greenman
Marinship Corp. had het record van stapelloop op haar naam staan. Zo werd het zusterschip van de Kern Hills, het Huntington Hills (bouwnummer 86) in amper 33 dagen gebouwd. Kiel gelegd op 14/5/1945 en was klaar op 17/6/1945 om uit te varen.
Veel van deze tankers hadden structurele problemen in die zin dat de langsscheepse buigmomenten niet optimaal waren en er goed op de beladingstoestand moest worden toegezien. Zo zijn er wel een paar doormidden gebroken nog voor ze in de vaart kwamen.

Foto: internet Kern Hills in de baai van Aqaba

Foto: internet Kern Hills bij stapelloop
Niettegenstaande WO II reeds geruime tijd beëindigd was werd nog volop doorgegaan met het bouwen van deze tankers, dit om de verliezen van tijdens de oorlog goed te maken.
Op het moment van de tewaterlating van de Kern Hills in 1947 (aflevering 1948) was er door Marinship Corp reeds meer dan 1 miljoen “tons” van deze en andere tankers gebouwd. Na jaren van omzwerving wereldwijd en toen men in de zestiger jaren tot schaalvergroting van tankers kwam, kwam alras het einde van deze T2 tankers in zicht.
Zo ook voor het TS Wang Dispatcher (ex-Little Rock, ex- Kern Hills) in 1961 verwelkomd op de Boelwerf om gesloopt te worden. Zowat 5.250 ton aan “lightweight tonnage” werd gerecupereerd.
-Vermoedelijk het kleinste DWT schip gesloopt in Temse: MS Seashell (1943-1968)
De motortreiler O.88 Curie was het kleinste schip qua GRT dat afgebroken werd in Temse en in DWT stelde dat niet veel voor, waarschijnlijk enkele tientallen gewichtstonnen aan vis.
Als koopvaardijschip komt dan de kuster MS Seashell in aanmerking die in 1968 afgebroken werd.
Een DWT heb ik niet kunnen terugvinden, wel dat het bij oplevering in 1943 door de Lindingö Nya Varv & Vaerkstaeker, Lindingö, Zweden 312 GRT mat en in 1952 verlengd werd en toen op 452 GRT uitkwam. Wij vermoeden dat de DWT zo’n 500 MT zal zijn geweest.
Het schip had een vrij bewogen bestaan in zoverre het reeds in Zweden tijdens de bouw met de naam Glücksburg werd aangeslagen door de Kriegsmarine die het de naam Stadt Glücksburg gaf. In mei 1945 waren het de gealliëerden die beslag op haar legden en werd het door de Engelse MoWT (Ministry of War Transport) onder de naam Empire Condart in de vaart gebracht. In 1947 verkocht aan het Engelse Plym Shipping Co.Ltd en nogmaals als Fredor hernoemd. Zoals hierboven reeds gemeld werd het schip in 1952 verlengd en in 1957 verkocht aan Instone Lines Ltd. London met als nieuwe naam Seashell in welke hoedanigheid zij aan de Boelwerf in 1968 werd verkocht om te worden gesloopt.
… en nu nog 2 speciallekes …
-Het 1ste “specialleke” dat gesloopt werd in Temse: SS Corrientes (1941-1964).
We hadden het al over het oudste schip gesloopt op de Boelwerf in Temse, zijnde het MS Veraguas van 42 jaar en we hadden het ook al over de SS Viera y Clavijo (72 jaar), gesloopt op Boelwerf Burcht, dat zich door drie oorlogsconflicten had gewurmd. Het speciale aan de SS Corrientes is dat het 43 jaar oud is mogen worden en zich in drie gedaanten heeft mogen tonen vooraleer onder de sloophamer te sneuvelen.
De SS Corrientes werd op 3 november 1941 als Mormackmail op stapel gezet op werf van Seattle Tacoma Shipbuilding Corporation in Tacoma, USA als bouwnummer 17. Het zou een vrachtschip worden van het type C3-S-A1, profiel van de eerste gedaante zoals hieronder weergegeven maar :

Freedom Freighter C3-S-A1 tekening courtesy David Greenman

Zusterschip van HMS Tracker HMS SHAH met dek vol met vliegtuigen
mede gezien de Japanners op 7 december 1941 Pearl Harbour aanvielen werd het schip door de US Navy gekocht en de bestemming algauw veranderd naar haar tweede gedaante, deze van een “attacker-class escort carrier”, wat zoveel wil zeggen als een hulp vliegdekschip. Eens de romp op 7/3/1942 onder battlenumber BAVG-6 te water was gelaten, werd het naar de Willamette Iron & Steel shipyard in Portland, Oregon versleept om afgewerkt te worden als een escort carrier.
Onder het Lease-Lend programma met de Britse Royal Navy kwam het schip op 14 januari 1943 in de vaart als HMS Tracker met battlenumber D24 en voer het de white ensign Union Jack
.
Het HMS Tracker zou tot eind 1944 veertien konvooien begeleiden voornamelijk over de Noord-Atlantische Oceaan, naar en van de Middellandse zee, alsmede van en naar Moermansk in Rusland.
De laatstgenoemde zogenaamde “Arctic” konvooien voeren hoog om de noord waar het meestal stormde, ijselijk koud was, met pakken ijsafzetting als gevolg en de verbeelding tartend.
CONVOY ESCORT MOVEMENTS of HMS TRACKER
by Don Kindell
|
|
|
|
|
Date convoy sailed |
Joined convoy as escort |
Convoy No. |
Left convoy |
Date convoy arrived |
|
|
|
|
|
28/05/43 |
30/05/43 |
MKF 015 Medsea-Liv |
04/06/43 |
05/06/43 |
22/09/43 |
25/09/43 |
ON 203 Liv to Hlfx |
26/09/43 |
10/10/43 |
22/09/43 |
30/09/43 |
HX 258 Hlfx to Liv |
02/10/43 |
06/10/43 |
18/10/43 |
23/10/43 |
ON 207 Liv to Hlfx |
25/10/43 |
04/11/43 |
18/10/43 |
28/10/43 |
HX 262 Hlfx to Liv |
29/10/43 |
02/11/43 |
31/10/43 |
05/11/43 |
HX 264 Hlfx to Liv |
08/11/43 |
17/11/43 |
10/12/43 |
15/12/43 |
HX 270 Hlfx to Liv |
24/12/43 |
26/12/43 |
12/02/44 |
12/02/44 |
OS 068KM Liv to S.Leon |
23/02/44 |
23/02/44 |
24/02/44 |
24/02/44 |
KMS 042G Liv-Medsea |
25/02/44 |
25/02/44 |
03/03/44 |
unknown |
SL 150MK S.Leon-Liv |
09/03/44 |
14/03/44 |
27/03/44 |
29/03/44 |
JW 058 Iceland-Witte zee |
04/04/44 |
04/04/44 |
07/04/44 |
07/04/44 |
RA 058 Witte zee-Scotl |
14/04/44 |
14/04/44 |
20/10/44 |
22/10/44 |
JW 061 Iceland-Witte zee |
22/10/44 |
28/10/44 |
02/11/44 |
02/11/44 |
RA 061 Witte zee-Iceland |
07/11/44 |
09/11/44 |
Medsea=Middellandse zee, Liv= Liverpool, Hlfx= Halifax, S.Leon= Sierra Leone, Scotl= Schotland, Witte zee= Moermansk,Rusland

Tekening Duitse duikboot U-288 type VIIC
Avenger, Martlet en Swordfish vliegtuigen van het HMS Tracker en HMS Activity zouden met raketten en dieptebommen verantwoordelijk zijn geweest in het kelderen op 3 april 1944 van de Duitse duikboot U-288 type VIIC (zie tekening hiernaast) en dit ter hoogte van het Noorse Bear Island. Duikboot stond onder het bevel van Oblt z. See Willy Meyer. Alle 49 bemanningsleden
In de eerste negen maanden van 1945 maakte HMS Tracker haar opwachting in de Pacific (Stille Oceaan) voor een drietal roundtrips vanuit San Diego naar onder meer de Admiralty Eilanden, Nieuw Guinea, Guam, Saipan, Marshall Eilanden, al te goare (Westvlaams) een goeie 36.000 zeemijlen.
Het Lend-Lease akkoord nam een einde in november 1945 en was zijn rol van escort carrier uitgespeeld. Het schip werd teruggeleverd aan de US Navy die het schip (samen met haar zuster HMS Shah hernoemd SS Salta en die exact dezelfde historiek heeft als SS Corientes) in juni 1946 verkocht aan de rederij Rio de la Plata S.A., Buenos Aires , Argentinië die het zullen ombouwen naar haar derde gedaante, die van een passagiersschip en het herdopen in SS Corrientes.
Het HMS Tracker werd in Newport News, Virginia, USA ontdaan van haar vliegveld en andere militaire attributen en omgebouwd naar een single class passagiersschip met een capaciteit van 1320 passagiers. De ombouw nam wat tijd in beslag maar het resultaat mocht gezien worden.

SS Corrientes & SS Salta courtesy www.ssmaritime.com
Na de ombouw verkocht Rio de la Plata S.A. het SS Corrientes, samen met haar zuster SS Salta, aan Compania Argentina de Navigacion Dodero S.A. die beide schepen, onder Argentijnse vlag, pas in 1950 zou beginnen exploiteren als immigrant schepen op de “Dodero Lijn” vanuit Genua, Italië, via Marseille, Barcelona, Lissabon, Las Palmas, Rio de Janeiro, Montevideo naar Buenos Aires.

Tot in augustus 1964 pendelde SS Corrientes met regelmaat tussen Italië en Argentinië. Dan sloeg het noodlot toe. Door slecht onderhoud kreeg het schip met een “massive breakdown” van de hoofdmachine te kampen en moest het terug Lissabon binnenlopen waar haar passagiers werden ontscheept.
Een maand later werd ze naar Antwerpen/ Temse gesleept voor totale ontmanteling.
Het zusterschip kreeg ook met machine- en boilerproblemen te kampen en werd in december 1964 in Buenos Aires opgelegd en pas twee jaar later in situ afgebroken door een Argentijnse sloper.
Het einde van twee bijzonder mooie schepen die menig Italiaantje down there in South America heeft verblijd en naar een nieuw leven heeft geleid!
-Het 2de “specialleke” dat gesloopt werd in Temse – Burcht: MV Rafaela(1951-1978).
MV Rafaela: het nummer twee in een reeks van meer dan 900 schepen.
MSC Mediterranean Shipping Company (MSC)


Capt. Gianluigi Aponte
Mediterrean Shipping Company beter gekend als MSC, werd in 1970 opgericht door Capt. Gianluigi Aponte (27/6/1940) uit Sorrento, Italië samen met zijn vrouw Rafaela Diamant uit Genève, Zwitserland, op een 50/50 basis.
Zij leenden samen USD 200.000 en kochten hun eerste schip het MV Patricia (IMO 5193656) in 1970.
Vooraleer in 1978 naar Genève te verhuizen, was MSC gevestigd in Brussel.
Het is niet de bedoeling om hier de volledige geschiedenis van MSC te schrijven maar wel een beetje om te komen tot het tweede schip zoals aangekondigd in de titel.

Rafaela Aponte-Diamant

MV Patricia of 2655 MT Dwt
Maar eerst wat meer toelichting over MSC
Capt. Gianluigi Aponte studeerde af aan de Zeevaartschool van Napels. Na het behalen van de nodige brevetten werd hij gepromoveerd tot kapitein aan boord van een ferry die passagiers vervoerde tussen Napels en verschillende eilanden gelegen in de Baai van Napels en waarop hij ook zijn echtgenote heeft ontmoet . Niet veel zaaks zou je zeggen maar de jonge kapitein had meer in gedachten en in zijn mars. Hij bouwde in de loop van de laatste 55 jaar een vloot uit om “U” tegen te zeggen.
Onlangs (maart 2025) kwam deze kranige 85-jarige op tweeërlei manieren in het nieuws:
-Primo: door de hand te hebben in de overname van 43 terminals ter behandeling van goederen wereldwijd maar meer in het bijzonder inclusief de twee terminals aan weerszijden van het Panamakanaal waar President Trump zo op gevlast is.
Inderdaad CK Hutchinson Holdings, Hong Kong, PRC, eigenaar van deze terminals, zou een overeenkomst hebben met Terminal Investment Ltd (TIL), een filiaal van MSC, samen met Global Infrastructure Partners (GIP) ,een filiaal van BlackRock Inc., New York, VSA,
TIL zou de grootste aandeelhouder zijn in dit gedeelde avontuur en zou het meteen de grootste goederenbehandlingsmaatschappij ter wereld maken.
-Secundo: sinds de start in 1970 met MV Patricia heeft de rederij MSC niet stil gezeten en heeft in de loop der 55 volgende jaren, zeer zeker in den beginne door tweedehands schepen te kopen, ze zelfs van de sloper te kopen, maar in recentere jaren door nieuwbouw, een vloot opgebouwd van meer dan 900 schepen allerhande maar hoofdzakelijk containers- en cruiseschepen. Vanaf 1990 hebben alle scheepsnamen een “MSC” – prefix.
In maart 2025 stond de teller op 889 + 158 bestelde containerschepen op diverse werven wereldwijd en is daarmee de grootste containerrederij ter wereld met zo’n 6.500.000 TEU’s (Twentyfoot Equivalent Unit) containers in omloop. Het moet dan ook niet verwonderen dat, om al die containers te kunnen behandelen, het filiaal TIL ook een gooi doet naar de kroon van grootste goederenbehandelaar ter wereld.
MSC heeft naast de containervloot sinds 1988 ook een vloot van mega cruiseschepen, MSC Crociere nummer drie in de wereld, waarvan het aantal momenteel op 23 staat + 2 in bestelling bij Chantiers de L’Atlantique in Saint Nazaire, Frankrijk voor aflevering in 2026 & 2027.

Foto internet: Boeing B777-200Fs in MSC colors
Apart van deze scheepsvloten bestaat er sinds 2022 ook
“MSC Air Cargo”, vloot van 5 Boeings x B777 -200Fs vrachtvliegtuigen, aantal dat stellig zal uitgebreid worden.
Foto internet: Boeing B777-200Fs in MSC colors
Maar terug naar ons verhaal.
Het eerste schip: MV Patricia
Het MV Patricia (IMO 5193656) liep als MV Korbach voor de Partenreederei M.S. Korbach van stapel in september 1955 op de Jos L. Meyer Werft, Papenburg, Duitsland, onder bouwnummer 465, en ingelegd op o.a. de lijn naar de Grote Meren van Noord-Amerika maar ook naar de Middellandse Zee.
Het had een draagvermogen van 2655 MT en werd door MSC verworven op 10 maart 1970, verkocht in 1973 om uiteindelijk in september 1986 op Gadani Beach, India te worden gesloopt.
Met dit eerste schip ging MSC onder een goed gesternte van start en zou het de voorloper worden van een vloot van meer dan 900 vrachtschepen in de volgende 55 jaar van haar bestaan.
Doordat de zaken zo goed liepen werd al gauw nagedacht om een tweede schip van een grotere tonnenmaat te kopen waarover later meer.
Wat heeft MSC met de Boelwerf te maken of v.v.?:
Tweeërlei :
MSC schepen gebouwd op de Boelwerf en als tweedehands naar MSC verkocht:
-MSC Manu ex Ortelius bouwnummer 1494 jaar 1978 IMO 7505138
-MSC Carla ex E.R.Brussel bouwnummer 1496 jaar 1979 IMO 7636559
-MSC Gianna ex Ellen Hudig bouwnummer CYH 897 jaar 1983 IMO 7925493
-MSC Imma ex- Cornelis Verolme CYH 898 jaar 1983 IMO 7925508
Deze twee CYH schepen werden na het faillissement van CYH in 1982 afgewerkt door Scheepswerven NV zeg maar “Boelwerf Hoboken”.
-MSC Peggy ex-Maeterlinck bouwnummer 1211 jaar 1984 IMO 8208672
-MSC Corinna ex-Verhaeren, ex- Rhein Express bouwnummer 1512 jaar 1984 IMO 8208684
MSC schepen afgebroken op de Boelwerf:
-MV Rafaela IMO 5217036
Het tweede schip:MV Rafaela
Het schip werd als MV Magdeburg voor de HAPAG, Hamburg Amerikanische Packetfahrt Actien Gesellschaft (later hernoemd naar Hapag-Lloyd) te water gelaten.

Foto Capt Harry Stott: Magdeburg op de St. Laurence rivier ter hoogte van Montreal in 1966
Gebouwd in 1951 op de Orenstein-Koppel & Lübecker Maschinenbau A.G werf., Lübeck, Duitsland, onder bouwnummer 452, en ingelegd op de HAPAG lijn naar de Grote Meren van Noord-Amerika.
Het had een draagvermogen van 4820 MT, dus bijna dubbel zoveel draagvermogen als MV Patricia.
MSC kocht het schip in januari 1971 en bracht het als MV Rafaela in vaart.
Het heeft een bijzondere plaats in het rijtje van MSC cargo-containerschepen. Het is namelijk het tweede general cargo schip dat MSC ooit aankocht en dat Cpt.Gianluigi de naam van zijn echtgenote Rafaela (Diamant) gaf,
Er zullen nog vele Rafaela’s volgen maar dit tweede schip = eerste Rafaela, voer zonder grote problemen in het lijnpatroon dat MSC had uitgetekend en ontwikkeld, van Noord-Amerika, Noord-Europa tot Middellandse Zee en Perzische Golf & Somalië toe.

MV Rafaela ex-Magdeburg ( limo 5217036)

Foto Capt. Christof F.Lüdeke MV Rafaela laden van kamelen ter hoogte van Somalië

Haisborough Sands thv Cromer, Norfolk, VK
Echter het noodlot sloeg toe op 24 december 1977, dag voor Kerstmis, tijdens een reis van Hull , VK, naar Antwerpen en Oost-Afrika geraakte het schip verzeild op de Haisborough Sands, een zandbank ter hoogte van Cromer in Norfolk , VK en strandde er in positie 52°53’ Noord en 1°42’ Oost.
Het werd nog diezelfde dag opgevlot maar de bodemschade was van die aard dat het schip tot een CTL (Constructive Total Loss) werd verklaard en aansluitend, na de lading in Antwerpen te hebben gelost, aan “een” sloper verkocht.
Die sloper bleek Boelwerf NV te zijn en als dusdanig kwam het op 4 maart 1978 in Burcht aan waar dit charmante schip werd gesloopt na 27 jaar faithful zijn reders te hebben gediend en mede aan het begin lag van Gianluigi’s en Rafaela’s fortuin dat geschat wordt op € 55 miljard. Dit maakt hen beiden tot één van de rijksten der aarde. “Het kan verkeren” zei Bredero.
Als besluit wil ik toch nog benadrukken dat de lijst van gesloopte schepen op de Boelwerf verre van volledig is. De besproken schepen zijn uit de lijst gelicht zoals die nu voor ons ligt. Het kan best zijn dat we die in de toekomst moeten herzien en de lijst kunnen aanvullen met nieuwe namen. Indien er mensen zijn die hierbij kunnen helpen, please be my guest. Dank bij voorbaat.
Tekst & research
Paul Bertolo
Secretaris Op Stoapel
Bronnen:
-The Empire Ships: W.H.Mitchell & L.A.Sawyer, Lloyds of London Press 2de editie. Londen
-The Liberty Ships: W.H.Mitchell & L.A.Sawyer, David & Charles, New Abbot 1970
-The Victory Ships & Tankers: W.H.Mitchell & L.A.Sawyer, David & Charles, New Abbot 1974
-British Standard Ships of WW 1 volume 3 : W.H.Mitchell & L.A.Sawyer, Sea Breezes, Liverpool.
-From America to United States part 3: W.H.Mitchell & L.A.Sawyer, World Ship Society , Kendal, 1984
-Todo Avante 75 Years Trasmediterranea Marino Gomez-Santos, Editorial Tooreangulo Arte Grafico SA
-100 Years Trasmediterranea: Juan Carlos Diaz Lorenzo, Francisco Font Betanzos y Laureano Garcia Fuentes, Editorial Planeta S.A. Barcelona y Madrid.
-Wandelaer et Sur l’Eau (verschillende nummers)
-The Eagle Tankers by Michael Crowdy , World Ship Society
-Freedom Freighters, Ships Monthly june 1976 by David Greenman
-Marine Clippings N° 19 dd. 19/1/25
-Heemkudige Kring De Plate Oostende
-In het kielzog van John Bauwens, SiriusArt 88
-Het leven van Robert Ryckx, door hemzelf verteld. HK ter Cuere, Bredene, cahier 3, 1999 Schipper van o.a. O.88 John, O.85 Pasteur, O.86 Edison en andere PV treilers.
-De Oostendse Visserij: Roland Desnerck, uitgeverij Jempie Herrebout, Brugge 1986
-Artic Convoy PQ 8, Michael Wadsworth, Pen and Sword 2009
-gCaptain Daily 15/4/2025
-Swiss – Ships website.ch
-From Patricia to Pamela, the success story continues… MSC Mediterranean Shipping Company by A.M. Schipper & J.M. Janse
-Internet: websites MSC
Bijlage:
“BOELWERF AFBRAAKACTIVITEITEN 1959 – 1984” Update mei 2025