Het schip
M/S TAMISE: een gearless ( zonder kranen aan boord ) bulkcarrier gebouwd in 1959-60 op de Boelwerf, Temse, met als bouwnummer 1365 voor rekening van Exmar SA, J.Boel & Zonen NV, de heer J.Nandancée en beheerd door Ubem NV.
Kiel gelegd: 2.2.1959- Tewater gelaten 28.11.1959- afgeleverd: 23.4.1960
BRT: 9929-Dwt : 14477 MT
Jumboised (verlengd) Cockerill Yards Hoboken: 2/9-4/10 1966 BRT 11908-Dwt 19296 MT
De reis
Kapitein : Henri Hauchart
Na het beëindigen van de eerste 4-jaarlijkse survey van Lloyds Register of Shipping in het drijvende droogdok van Mare Picollo te Taranto in Italië , vertrokken we op 09-01-1965 in ballast naar New-Orleans onder bevel van Kapitein Henri Hauchart zaliger (op 94-jarige leeftijd overleden – december 2020).
Het schip voer onder een long term charter met de Italiaanse graan magnaat Ferrussi voor het transport van graanproducten uit N- en Z- Amerika bestemd voor de Italiaanse markt.
Ruim 3 weken lagen we voor anker op de Mississippi rivier wegens een staking van de haven arbeiders. Iedereen kreeg het daar op zijn heupen tot we uiteindelijk tegen de kade mochten en in een ijltempo werd Tamise geladen met 13.900 ton maïs. Er werd gebriefd dat we rond de middag van 21-02-1965 zouden vertrekken, maar er werd met meerdere pijpen geladen zodat de belading veel vroeger dan verwacht werd beëindigd en ik bij het ontwaken ontdekte dat het schip reeds in de deltamonding van de rivier aan het varen was.
Dat bracht een groot probleem aan het licht daar er enkele personen aan boord waren die er eigenlijk niet thuis hoorden. De agent werd opgeroepen om met een bootje naar ons te komen om de “ongewensten” van boord te halen en we gingen terug voor anker.
Dat heeft aan de bemanningsleden die hiervoor verantwoordelijk waren, een flinke duit gekost en dat voorval droeg niet bij tot de rust aan boord.
De chief steward (hofmeester) kreeg het aan de stok met één van zijn onderdanen en dat liep zodanig uit de hand dat deze laatste zwaar gewond geraakte daar hij een grating uit een douchecel op zijn hoofd had gekregen.
Na dit spijtige voorval werd de reis voortgezet en op 25-02-1965 bevonden we ons in de Straat Van Florida .
In die zeeëngte tussen Cuba en Florida was het eerder guur weer, BF 7 à 8, en de stuurman van wacht merkte met het blote oog op enkele mijlen van ons een stuurloos motorvaartuig op. Op het kleine Kelvin Hughes radarscherm met de fameuze “viewing hood” was wegens de sea clutter het scheepje helemaal niet te zien.
De koers van de Tamise werd gewijzigd naar het zwalpende motorbootje toe en we noteerden dat het registratienummer FL 4348D droeg.
Snel bleek dat het een Amerikaans illegaal mensensmokkelschip te zijn dat probeerde de kust van Florida te bereiken met aan boord 26 Cubanen die hun land wensten te ontvluchten.
noot: in de jaren zestig, na de machtsovername door Fidel Castro in 1959 , de Cuba-crisis, de raketten-crisis, vreesden heel wat Cubanen voor de repressie van het nieuwe regime en kwam er een exodus op gang met voornamelijk de VSA als bestemming. In Cuba is er nog steeds sociale onderdrukking. Politieke dissidenten en homoseksuelen worden nog altijd tegengewerkt. Rechten als de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging zijn in Cuba gevoelig ingeperkt.
Onze kapitein H. Hauchart liet de Tamise dwars op de golven vallen , teneinde als golfbreker het motorbootje te beschermen.. We rolden matig , maar alles werd goed onder controle gehouden door onze ervaren zeemannen.
Het bootje zat vol met radeloze mannen , vrouwen en kinderen.
Enkelen wilde over boord springen , maar onze Kapitein gaf hiervoor met de loudhailer (spreekbuis) verbod en er werd een lijntje uitgezet naar het bootje.
Onze bootsman sprong bij een hoge golf daartoe over op het bootje en zette de eerste lijn vast op een cleat (kikker) op de voorsteven van het bootje, maar dat brak snel af.
Wanhopig werd er een tweede lijn uitgegeven die aan het stuurwiel werd vast gemaakt en deze hield het wel.
De eerste afgebroken lijn werd aan de scheepsmotor gesjord en 100 meter verder op dek van de Tamise vast gemaakt zodat het op en neer deinende bootje wat vrij spel had in de golven tussen de twee meertouwen.
Er waren blijkbaar wapens aan boord van het bootje en onze stuurman gaf aan de vluchtelingen het bevel om alle wapens in het water te gooien, wat meteen uitgevoerd werd.
De loodsladder werd vanop Tamise neer gelaten.
De motorboot deinde tot 5 meter op en neer langs onze scheepszijde. waarvoor de twee meertouwen minder strak werden gehouden. Dat had dan weer als gevolg dat het bootje tot 4 meter van de scheepswand wegdreef als het zich op een golftop bevond.
De stuurman riep de vluchtelingen toe enkel naar de loodsladder te grijpen als de motorboot in de hoogste stand kwam.
Niettegenstaande sprongen er enkelen toch naar de ladder als hun bootje in de laagste stand kwam zodat ze onder de golven verdwenen met het risico van verpletterd te worden tussen onze scheepswand en hun bootje.
Dat is echter allemaal zonder kleerscheuren, maar wel doordrenkt, afgelopen en de ene na de andere schipbreukeling kon met behulp van een lifeline aan boord gebracht worden , waar ze uitgeput op dek neervielen.
De kinderen werden in een reistas gestopt en naar dek gehesen.
Bij de fouillering werden nog verschillende messen gevonden en aan dek verzameld.
In totaal werden er 26 personen gered waaronder 6 vrouwen en 3 kinderen .
Het zinkende motorbootje van de Amerikaanse vluchtelingensmokkelaar werd achter gelaten en er werd koers gezet naar Port Everglades ( Fort Lauderdale ) in Florida.
Er werd onder onze bemanning een inzameling van droge kleren gedaan en tegen middernacht lagen we tegen de pier in Port Everglades waar de U.S. Immigration de Cubaanse vluchtelingen in de boeien sloeg.
Onze bemanning werd door de politie ondervraagd en de chief steward die de zak (ontslag) had gekregen werd samen met de steward aan de wal gebracht en vlogen huiswaarts .
Later op de dag kreeg Kapitein Hauchart de toelating om de reis te hernemen en koers te zetten naar Catania ( Sicilië )
————
auteur: Willy AERTS
Ex 1ste Elektrieker M/S TAMISE Bonheiden 04-01-2021
noot: het MS Tamise kreeg na de verlenging in Hoboken een nieuwe naam, namelijk Tielrode en voer onder deze naam verder tot in 1974 toen het werd verkocht aan de Grieken en hernoemd werd in Georgios C.. In 1980 opnieuw verkocht aan andere Grieken en hernoemd Margarita. In 1985 verkocht aan de Maltezers en onder de naam Oporto naar Huangpu (PRC) gevaren om er in mei 1985 te worden afgebroken. Vijfentwintig jaar heeft het schip de wereldzeeën en de Grote Meren van Noord-Amerika bevaren, een niet onaardige prestatie voor een Boelschip. Zie ook Op Stoapel Nieuwsbrief november 2020 – Boelschepen van Toen : de Marly’s.