We starten de uitstap om 08h15 stipt aan het station van Temse waar er voldoende vrije parking is
Voor diegenen die vóór 1953 zijn geboren roept de helse storm van 1 februari 1953 misschien wel vage herinneringen op. Op die dag ontketende een noordwesterstorm (Bft 10) zijn gruwelijkste demonen op de Noordzee en in de aanpalende landen door dijken te doorbreken waarbij 1836 Nederlanders, 18 Belgen , 307 Engelsen 17 Schotten om het leven kwamen, om nog niet te spreken van de tienduizenden dieren die het leven lieten, de honderdduizenden hectaren die onder water liepen, kortom een ramp van ongeziene afmetingen. Kort daarop besloot de Nederlandse regering werk te maken van wat de geschiedenis is ingegaan als de “Deltawerken”.
Afsluiten of gecontroleerd afsluiten van de delta van Rijn, Maas, Oosterschelde vertaalde zich in België voor Westerschelde en bijrivieren als het “Sigma”plan,
Het Watersnoodmuseum geeft ons in 4 Phoenix Caissons ( die bij de landing in Normandië 1944 werden gebruikt als aanlegsteigers in zee, en die herbruikt werden om de dijkbreuk in Ouwerkerk te dichten) een klare kijk op wat er zich op 1 februari 1953 in de Delta ontspon en legt ons het waarom en nut uit van de afsluitdijken van het Deltaplan. Onder gidsbegeleiding = drie gidsen met pakweg elk een 20-25 toehoorders.
http://www.watersnoodmuseum.nl
Vanaf 12h00 kan er in Brasserie De Kaoie, gelegen op één van de mooiste plekjes aan de Engelse kade van Zierikzee, van het volgende genoten worden:
-12 uurtje: gerookte zalm geserveerd op rustiek brood veredeld met sla, kappertjes, rode ui, mosterd en dillesaus
Oftewel
-12 uurtje: uiensoep, sla, rundercarpaccio, zongedroogde tomaat, rucola, pijnboompitten, kappertjes, kaas, truffel-mayonaise,rundervleeskroket.
Bij inschrijving graag vermelden welk 12 uurtje je wenst.
Hetzelfde geldt voor diegenen die, bij ontstentenis van deze flyer, reeds inschreven en betaalden, graag je wens kenbaar maken
Na lekker genoten te hebben verdelen we ons, indien nodig, in twee groepen en bezoeken:
was vroeger een houtopslagplaats . Het museum is deels museum en deels scheepswerf, één van de 4 werven in de Delta die nog houten schepen maken en herstellen. De drie andere zijn “Baasrode, CNR in Rupelmonde en Meerman in Arnemuiden (dat we in 2015 bezochten). Het museum heeft eveneens een verzameling van oude schepen en een unieke collectie van een 15-tal historische scheepsmotoren (Kromhout-Smit&Bolnes-Deutz) die terug in werkende toestand zijn gebracht! Echte de moeite waard !
Tijdens het bezoek van ploeg 1 aan het Havenmuseum Zeeland gaat de tweede ploeg naar het Stadhuismuseum en Gravensteen: 15h00-15h15 wisselen van de wacht. Verdere instructies op de bus.
dat een prachtig collectie heeft van o.a. maquettes en waar gidsen ons zullen rondleiden met het accent op
het maritieme verleden van Zierikzee.
Koffie of thee kan men, al dan niet met een Zeeuwse bolus verkrijgen in de cafetaria,
Het Gravensteen was eens de gevangenis van Zierikzee
Vanaf pakweg 16h45 krijgen de deelnemers de vrije teugel om in dit uiterst mooie stadje nog wat rond te kuieren.
Rond 18h30 verzamelen we aan de bus op het parkeerterrein waar we hem verlaten hebben en vangen de terugreis naar Temse aan waar we ongeveer rond 20h00 zullen aan komen
Geinteresseerden graag bij ondergetekende inschrijven vóór 19 april : bertolopaul@gmail.com of tel 0496 12 24 03.
De richtprijs is vastgesteld op € 65 voor leden en € 70 voor niet-leden, te storten op OS rekening BE46 7370 3974 0236 vóór 19 april 2024
Op 9 maart telden we reeds 55 inschrijvingen!
Paul Bertolo
0496 12 24 03
bertolopaul@gmail.com
]]>
Eind oktober 1973. Donderslag in de wereld van de Belgische scheepsbouw. Het contract voor de bouw van de Belgische methaantanker, die deel zal uitmaken van het Europese SAGAPE contract voor lange termijn aankoop van Algerijns gas, wordt getekend tussen CMB en Boelwerf. Ongelooflijk! Een dochterfirma van Société Générale (CMB) die dit prestige schip laat bouwen bij de “boerkes van Temse” en niet op “hun” eigen werf Cockerill Yards Hoboken die toch een dochterfirma van Société Générale was .
Maar wat een zet voor de scheepsbouwers in Temse. Men moet maar durven
Dit gezegd zijnde, de werf had reeds grote uitdagingen achter de rug. De bouw van geïsoleerde schepen: de fruitschepen, en ook de bouw van schepen met enorme hoeveelheden roestvrijstaal: de chemische tankers meer bepaald voor STOLT.
Niettemin. Waar stonden we?
En dan kwam de creativiteit aan de beurt.
Maar hiermede komt ook de durf: zo’n groot vermogen op één enkel schroef met een geringe diepgang van 11,6m.
Om dit alles tot een goed einde te brengen heeft men een ploeg nodig. Inderdaad zoals Pieter Van Robaeys het schreef in de vorige uitgave ; voor elk project werd er een coordinateur aangeduid. In dit geval ging men hiermee te kort schieten. Er werd dus beslist twee ingenieurs aan te stellen in de technische dienst. Eén voor heel het cryogenische (nvdr: het op zeer lage temperatuur brengen = min 162°C) gedeelte: ontwerp cargotanks, buizerij, isolatie, laad- en lossystemen, afvoer van de boil-off naar de ketels, veiligheid systemen enz. Een tweede voor heel het stoomsysteem inclusief het ophangen van de hoge druk oververhitte leidingen. En voor de bouw werd er ook een ingenieur specifiek aangesteld, meer in het bijzonder voor de hele logistiek rond de isolatie van de cargotanks, beginnende met de reusachtige stellingen die men moest hebben in de cargo tanks tijdens het aanbrengen van de twee lagen isolatie kisten met hun respectievelijke Invar membranen.
En nu kwam weer de durf eraan te pas. Die ploeg bestond uit Leo Cappoen als coordinator , Michel Bouckaert en Raymond Caby op de technische dienst en Piet Robbrecht op de fabricatiedienst. Respectievelijke leeftijd op de dag van de ondertekening van het contract: nog geen 28j, netjes 30j en tweemaal 26 jaar.
Professionele ervaring: alle 4 samen geen 15 jaar! 4 jonge snotneuzen als ingenieurs.
Men moet maar durven! Maar het liep goed af. Geluk of verstand? Ik weet het nog steeds niet. Waarschijnlijk een beetje van beide.
Enkele snufjes die bewijs leveren van creativiteit.
Men bracht twee zware ogen aan: één aan de boeg en één op de achtersteven. Men bracht ook vier bolders aan in de scheepshuid. Dit alles lichtjes boven de waterlijn. Dit liet toe aan de sleepboten met een quasi-horizontale kracht te trekken en zodoende met een maximale efficiëntie het schip door de brug te loodsen.
De stuurmachine werd ontworpen om 2×45° te kunnen uitslaan i.p.v. de gebruikelijke 2×35°.
Er werden ook twee zware rollende wielen met rubber banden geplaatst op elk van de twee brugpalen. Indien nodig kon het schip hier tegen “rollen” zonder schade te brengen noch aan de brug, noch aan het schip. En de Methania voer er zachtjes door.
Ziehier een schets van de “watermolen-rem”.
Die rem werd gemonteerd op de schroefas i.p.v de werkschroef. Met het schip zo uitgerust kon men de volle 45.000PK in het, uiteraard met water gevulde dok, ontwikkelen zonder voortstuwingskracht te scheppen. Het mechanische vermogen werd omgezet in warmte en waterbewegingen. Na één dag proefdraaien moest men alles stoppen aangezien het water te warm werd.
Deze waterrem heeft ons toegelaten twee serieuze problemen te ontdekken: een onstabiliteit van heel het stoom systeem te wijten aan een verkeerd ontwerp van de branders alsook een fout bij een essentieel element van de ketels.
Men moet weten dat er een afzeggingsclausule bestond indien het schip niet zou afgeleverd geweest zijn tegen eind oktober 1977. Dit zou dodelijk geweest zijn voor de werf. Het schip werd afgeleverd op 14 oktober. Zonder de proeven op ware grootte in de dok hadden we het nooit gehaald!!
Uiteindelijk werd dit project een compleet succes .Ook financieel aangezien het contract met een goede herzieningsformule beschermd was want in die tijd had men een zeer grote inflatie gekend gekoppeld aan een rentevoet van maar liefst 15%!
Dit contract is ook de aanzet geweest voor de bouw van 2 grote (in die tijd) container schepen voor SAFMARINE/CMB en nog meer schepen voor dezelfde rederij.
Is ook een doorbraak geweest voor de werf in de wereld van de gastankers met de bouw van de ethyleentanker Coral Temse en LPG/NH3 tankers in alle maten.
Durven loont!! ….. minstens in sommige gevallen.
auteur: Leo Cappoen
nalezen: Paul Bertolo
]]>
Onze artikels op de website en de posts op Facebook worden altijd enthousiast gelezen door jullie, maar er gaat toch niets boven nog eens bij te praten van mens tot mens. Op zaterdag 13 januari 2024 hadden we weer afspraak in AC De Zaat voor onze jaarlijkse nieuwjaarsreceptie.
Naast het jaaroverzicht door onze voorzitter Eddy Van Grevelinge kregen we ook het financieel overzicht van onze penningmeester Theo Baecke.
De zwaarste financiële kost in 2023 kwam er bij de komst van de Bernisse, de brandstof bereikte net op dat moment een piekprijs. Gelukkig konden we rekenen op 181 leden die toen al hun lidgeld betaald hadden (onder wie verrassend veel ereleden – waarvoor dank!).
Eric Bauwelinck zorgde voor de inleiding van alle sprekers en leerde ons, dankzij zijn gevoel voor taal, dat een schip altijd vrouwelijk is. Paul Bertolo kondigde de uitstap aan met Op Stoapel naar Ouwerkerk-Zierikzee op 4 mei 2024. Meer uitleg volgt nog.
Tenslotte kwam ook Lieve Truyman een stand van zaken geven over de kraan. Wil je trouwens dit jaar ook genieten van een belastingsvoordeel? Je kan ook in 2024 opnieuw deelnemen aan de crowdfunding. Link: https://opstoapel.org/boelwerfkraan-blijft-staan/
Ondertussen konden we dankzij het team van de Wereldwinkel genieten van een glaasje. We plaatsen op onze nieuwjaarsreceptie ook nog even de aandacht op het boek Boelwerf in beeld dat terug zal gedrukt worden via de provincie. Al een honderdtal mensen hebben hun exemplaar al besteld.
Link: https://opstoapel.org/boek-boelwerf-in-beeld/
Naast de aanwezigheid onze Burgemeester Hugo Maes en de gedeputeerde van de provincie Oost-Vlaanderen An Vervliet, was er ook een grote delegatie van de Bernisse aanwezig op onze receptie.
En nog zovele helpers, ‘oude’ bekenden en sympathisanten …
]]>
Eddie kwam naar de werf op de leeftijd van 14 jaar. De datum van zijn eerste werkdag op de werf staat in zijn geheugen gegrift: 8 augustus 1956. Precies op die dag viel er een dodelijk slachtoffer te betreuren op de werf. Bij het testen van een van de reddingssloepen sloeg een werknemer over boord en verdronk. Maar ook in een andere nationale sector viel een calamiteit te betreuren, de mijnramp van Marcinelle. (De mijnramp in Marcinelle is de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis en een van de grootste uit de Europese mijnbouwgeschiedenis. Op 8 augustus 1956 kwamen bij een brand in Bois du Cazier 262 mensen van twaalf verschillende nationaliteiten om het leven, onder wie 136 Italianen en 95 Belgen.)
Een ander opmerkelijk feit op zijn eerste werkdag was zijn werfnummer: 232. Eddie was via de Chiro bevriend met Gerrit De Rechter. Gerrit’s vader, Petrus, was portier van de werf en keek raar op als Eddie langskwam in de portiersloge. Ha, sprak Petrus, dat is Albert De Ryck zijne nummer. (Albert De Ryck, vader van Luc, allebei burgemeester geweest van Temse.) Ook Omer Foubert, tekenaar en lesgever aan de Boelwerfschool, herkende dit nummer bij controle van een paswerk proefstuk. Indertijd werd er ook op zaterdag gewerkt en konden de jonge gasten wekelijks bijscholing volgen op de werf zelf. Daarvoor kregen ze een premie die uitbetaald werd voor het begin van Temse kermis. Dat was een leuk presentje!
‘Het was een bewogen eerste werkdag voor mij.’
De eerste vijf jaar van zijn Boelwerf carrière volgde Eddie avondles in de vakschool in de Akkerstraat. Wie die lessen volgde kon een ‘goede job’ op de werf krijgen. Het waren lange dagen, van 7u30 tot 17u15 gaan werken, snel een hapje eten en dan van 18u30 tot 20u30 les volgen, om de stiel te leren. Zeker voor jonge mensen van buiten Temse waren het super lange dagen want zij konden niet vlug vlug naar huis. Ook in de avondschool van het VTI fungeerden vele chefs en meestergasten van de werf als lesgever, o.a. de tweeling broers Albert en Felix Palsterman, Desiree Van de Wiele, Benoit Van Maele (schrijnwerkerij), Gustaaf Remon (lassen) en vele anderen. De directeur kent Eddie nog goed, Alfons De Wilde had nogal losse ‘pollekes’.
Zijn eerste stappen zette Eddie bij de nagelheetmakers, bij den Geerinck. Een van de bijkomende taken was rijnzand drogen. Dit zand werd gebruikt door de zandstraler, in die tijd Juliaan De Roeck. In de zomermaanden gebeurde dit door het zand uit te strooien op de betonbaan of in de houtloods. Boven de stookplaats aan de schrijnwerkerij was een ruimte waarop dat drogen in de winter gebeurde. Zandzakken van ongeveer 25 kilogram moesten dan via het laddertje naar boven worden gezeuld.
Na enkele maanden volgde dan ‘promotie’ naar den bureau als loopjongen. Er waren twee loopjongens die de briefwisseling tussen de verschillende diensten verzorgden en af en toe commisiekes deden. Eddie stond in voor het centraal magazijn en zijn collega, Willy Maes, liep voor de personeelsdienst (Albert Bressinck). Willy volgde later Pierre Rombout op in den onderhoud als hersteller van de brandersbekken. Meestal liepen beide jongen gasten met een grote map rond (Chemise courrier), waarin genummerde vakken waren voorzien. Deze nummers stemden overeen met het atelier, bureel of magazijn waarvoor bepaalde documenten waren bestemd. De tante van Raoul Derkinderen, Lisa Rooman, was verantwoordelijk voor de briefwisseling van de werf en dus rechtstreeks de chef van beiden.
Na ongeveer één jaar was het tijd om te verkassen en moest Eddie zijn opvolger opleiden. Toeval of niet, dit was Gerrit De Rechter. Beide kameraden konden het uiteraard goed met elkaar vinden. Zo liepen ze samen buiten aan het bureel en schopten elk om beurt op een monteerdersmoer (vierkante moer). Al spelend merkten ze niet dat ‘de Lange’ kwam aangereden (de Lange reed altijd met de fiets rond). Eddie moest het horen: “Moet hem da noa aanleren?”
Eddies vader, Louis, werkte in de smis waar hij collega was van Arthur Van Bunderen, alias ‘De Lange Van Bunderen’. En Eddie vertelt in geuren en kleuren enkele anekdoten overgeleverd door zijn vader. Die ‘Lange’ bleek ook wel een speelvogel geweest te zijn. Zo gebeurde het dat er een sneeuwtapijt lag. Het toegangs deurtje van de smederij was niet al te hoog en de Lange kon er met zijn handen makkelijk overheen. Met een flink pak sneeuw stond hij te wachten om de eerste die binnenkwam te zegenen met een frisse vlok. Maar als grote baas Frans doorheen dat deurtje komt, wat doe je dan… lachen of jezelf wegsteken? Blijkbaar was de zoon van Arthur, Lucien, uit hetzelfde hout gesneden. Die stond als wacht aan de tunnel op een van de Russen ( * zie voetnoot ) om alarm te slaan als er een baas langs kwam. Aan boord van die schepen mocht niet worden gerookt (lassen dan weer wel). Op een bepaald moment riep Lucien, nogal luid, dat de Lange op komst was. Een oorveeg was zijn deel, zijn vader was al dichter genaderd dan ingeschat.
Buiten Eddies vader Louis, werkte ook zijn nonkel Robert op de werf. Eerst in het buizerij-atelier en later aan de tekentafel. Louis en Robert hun schoonbroer, François De Leenheer (onderhoud bij de ‘moteurkesmannen’), maakte eveneens deel uit van de werf gemeenschap. Eddie zijn broer, Paul, was de laatste jaren als tiglasser tewerkgesteld op de werf. Een andere nonkel, André De Moor, was werkzaam op Cockerill Yards als meestergast bij de riggers/schippers. Meerdere malen verzocht hij Eddie om de overgang naar Hoboken te maken. Maar Eddie was tevreden om in eigen gemeente te kunnen werken en de Boelwerfgemeenschap bleek een sterk bindmiddel. Niettemin heeft Eddie wel degelijk op de Cockerill gewerkt, weliswaar op uitleenbasis. Een schip, de Strinda, moest er een revisie ondergaan en blijkbaar had Boel een overschot en Cockerill een tekort aan mankracht. Vandaar. Een tweede periode op Cockerill was hij werkzaam op de Yatzy. Zie verder in dit artikel.
Na anderhalf jaar is het tijd voor het grote werk, Eddie stapt over naar de paswerkers aan boord. Zijn eerste maat is Jan Totté. Jan is beter bekend als Janneke Stoom. Jan kwam over van de Wilfordboten waar hij de knepen voor het bedienen van een stoommachine had aangeleerd. In die hoedanigheid was hij door Frans Boel aangetrokken. Hun werk bestond dus vooral in het installeren van de stoomketel en al wat daarbij hoorde inclusief de vele afstandsbedieningen. Eddie heeft nog steeds veel respect voor die man. Die werkte nog met klompen aan zijn voeten en nam zijn werk uitermate serieus. Hij ontdeed zich van die klompen om in de ketel te kunnen kruipen. Maar bovenal herinnert Eddie zich Jan als een bezorgde man voor zijn omgeving. Zo nam hij steeds de zwaarste stukken, zoals passtukken of bouten voor de asleiding, voor zijn rekening om te dragen. Zijn uitleg was dan dat het te zwaar was voor ‘da menneke’.
Eddie is als jongste ooit meegegaan op proefreis, wat een onvergetelijk avontuur was. En die proefreizen vond hij wel tof want je werd betaald vanaf het moment dat je stempelde aan de portier bij vertrek tot je opnieuw de kaart in de klok stak na enkele dagen. De proefreizen zelf waren niet altijd plezierreisjes. Alles moest grondig worden getest, zelfs bij zwaar weer. Dit gaf soms gevaarlijke situaties.
Na zijn verkiezing tot delegee heeft Eddie besloten niet meer mee te varen omdat zijn prioriteiten op de werf lagen, om bij de mannen te zijn. In verband met die proefreizen nog dit weetje: Voor de bemanning kwam het eten van Troubleyn (Temse) en voor het middenkasteel was traiteur De Laet (Antwerpen) de ‘foerageur’. Bij een van die reizen was het stormweer en de tafelbladen aan boord waren uit formica gemaakt. De borden vlogen over en weer en om toch iets binnen te krijgen heeft men van arren moede natte handdoeken onder de schotels gelegd.
Ook in de onderhoud was Eddie een bepaalde periode tewerkgesteld. Dit was bij Rieke Muys die instond voor de verwarming algemeen, op en buiten de werf. Het paraat houden van ketels en toebehoren was een 15-tal maanden zijn werkterrein. Die 15 maanden was precies de periode dat Willy Van Eynde zijn legerdienst vervulde. Hun meestergast in den onderhoud was Henri Heyman van Hamme. De douches in de oude burelen werden verwarmd door de stookketel van de schrijnwerkerij. Ook het douchewater werd opgewarmd door deze ketel. Regelmatig moesten de onderhoudsmensen daarheen om alles te controleren en af te stellen. Dan was het water te warm, dan weer te koud, het was altijd wat. Eddie zijn kastje was daar ook geplaatst. Op vrijdag, als hij met de ‘vroegen’ had gewerkt, kon hij daar een mooie bariton stem horen zingen. Die stem was van Simon Waltens, die van 1969 tot 1979 voor de Koninklijke Opera Gent zong. Als paswerker aan boord werd Eddie regelmatig ingeschakeld bij ‘de kotteraars’. Dit onderdeel van de paswerkersploeg varieerde sterk in werk aanbod, vandaar.
Maar Eddie is vooral bekend om zijn syndicaal verleden. Steeds vertrekkend van de mens was hij een groot voorstander van overleg. Nochtans kwam hij op bepaalde punten/ momenten onverzettelijk over. Vanuit de Chiro groeide zijn verbondenheid met de maatschappij en de idealen van Cardijn, zien-oordelen-handelen. Maar de finale stap heeft hij gezet door de KWB’ers op de werf: Karel Heirbaut, Jan Cap en vooral Desiree Geysen, één van zijn voorgangers als KWB-voorzitter op de parochie. Die laatste was de man van het veiligheidscomité op de werf. Hoe die mannen dachten en in de vakbond werkten sprak hem zeer aan. Hij wilde daarbij zijn en dat meemaken. Begin jaren zeventig stelde hij zich dan kandidaat als ACV-lid voor het veiligheidscomité bij de sociale verkiezingen. Hij was meteen verkozen. Later kwamen er problemen binnen de vakbond zelf, o.a. met Jan Cap, waardoor er uiteindelijk de stop werd uitgetrokken. Omdat solidariteit hoog in het vaandel van Eddie staat, is hij niet meer opgekomen bij de volgende verkiezingen. 4 jaar later werd hij wederom gepolst om zich kandidaat te stellen en alweer volgde er een mandaat. In 1990 werd hij verkozen voor de ondernemingsraad. Hij bleef tot het einde van de werf delegee voor de ondernemingsraad.
In verband met de onverzettelijkheid, het volgende:
Eddie stond tewerkgesteld op de Yatzy in 1987, zijn tweede periode in Hoboken. In het najaar van 1987 ontstond er deining over het stopzetten van de Scheldeveerdiensten. Luidens het Sint-Annaplan, zou de regering de subsidies aan de veerdiensten Hoboken-Kruibeke, Bazel-Hemiksem en Doel-Lillo schrappen. De veerdiensten werden in opdracht en voor rekening van de Staat geëxploiteerd door de Flandria-rederij. Van de gratis veerdienst maakten op werkdagen vooral werknemers en scholieren, tijdens de weekenden, wandelaars gebruik. De dienst Hoboken-Kruibeke zou op 1 oktober 1987, Bazel-Hemiksem op 1 augustus 1988, en Doel-Lillo in oktober 1989 verdwijnen. Tegen de naderende sluiting van de lijn Hoboken-Kruibeke rees protest bij de betrokken gemeentebesturen, de vakbonden en de gebruikers. Het kookpunt werd bereikt in Kruibeke. Tijdens een bijeenkomst op de gemeenteschool werd er gesproken over acties. ‘Welaan dan, laten we onmiddellijk starten en vanaf hier op straat komen’. De daad bij het woord voegend stond Eddie op en werd gevolgd door de voltallige vergadering. De acties werden uitgebreid met een bezetting van de E17, met steun van alle betrokken partijen inclusief de Boel directie. (Zie De Zaat nummer 446 van 21 augustus 1987). Op 10 september besliste het sociaaleconomisch kernkabinet de veerdienst Hoboken-Kruibeke te behouden.
In verband met zijn sociaal engagement en het gemeenschappelijk front:
De sociale verkiezingen van 1979 stonden voor de deur met als thema: Loon naar werken. De BRT wou een interview over de veiligheid op de scheepswerf en contacteerden Eddie. Hij ging akkoord en sprak Jean Jures Van Hecke en William Meersman erover aan. Beelden schieten op de werf werd niet toegelaten dus trok het gezelschap naar de woning van Jean in Sint-Niklaas. Maar daar vonden die reporters het niet geschikt. Uiteindelijk werden de gesprekken bij William thuis opgenomen. Maar het belangrijkste, het vakbondsfront stond pal. (Eddie = ACV, William = ACLVB, Jean Jures = ABVV)
In september1992 stond Eddie als zovelen anderen plots op straat, als overschot. We herinneren ons nog de bezetting van de Flanders Harmony tot april 1993. Bij de onderhandelingen over een opstart naar Boelwerf Vlaanderen dienden hun premie van het Fonds van Sluitingen als pasmunt. 8 februari 1993 werd het akkoord getekend met inbegrip van de regeling voor het brugpensioen vanaf 50 jaar. Dat jaar 1992 blijft in de herinnering plakken. Hoe de hele operatie van die bezetting in september is verlopen blijft toch merkwaardig.
Na zijn verplichte werkloosheid bleef Eddie wel actief in het sociale leven via ontelbaar vele verenigingen. Eén hiervan was de vrijwillige brandweer, net zoals zijn vader. Vele lezers onder ons zullen zich hem ook herinneren van de vergaderingen, in de kantine van KSV, van de 50-plussers elke eerste woensdag van de maand. Buiten de sociale noodzakelijke contacten die er werden onderhouden, leerden ook velen met de kaarten spelen.
Nog enkele kleine wetenswaardigheden:
(*) In de jaren 50 bouwde de werf in totaal 27 schepen voor Rusland, dat zijn vloot terug op peil wilde brengen, nadat die voor een groot deel was verwoest in WOII.
Met dank aan Eddie en Marie-Thérèse
Opgetekend door Hugo Van Britsom
Nog enkele aanvullingen door de notulist:
Op zondag avond 27 september 1992, rond 22u30 om precies te zijn, werd ik door Eddie gecontacteerd om bepaalde acties te helpen coördineren op maandagmorgen. De werf zou worden bezet, niemand zou nog binnen mogen. Hiervoor was het nodig om vòòr de algemene vergadering van 07u30 enkele mensen te recupereren die met vorkliften de nodige versperringen (kielblokken, dranghekken enzovoort) zouden aanbrengen. Zelfs de Kamag, een rijdend platform dat 200 ton kon tillen, werd ingezet. Het moet gezegd, de verbijstering en verschrikte blikken bij vele bedienden zijn me steeds bijgebleven. Vooral de goede organisatie en samenwerking met velen die hun mond niet hebben voorbijgepraat blijft volgens mij iets uitzonderlijk. En dat komt door mensen als Eddie die wist op wie je kon rekenen.
Tijdens de eerste fietstocht richting Vredegerecht Sint-Niklaas op woensdag 21/10/1992 zat ik achter het stuur van de Big-Job, de brandweerwagen van de werf, met Eddie als ‘navigator’ en pompbediener. Toenmalig Burgemeester Hunfred Schoeters, vervanger van Freddy Willockx, reed mee vanop de markt, waar een korte manifestatie had plaatsgevonden. Die mens had zoveel zenuwen dat ik zijn sigaret heb gerold, inclusief het ‘lekken aan het bladje’.
– Dat beest van een brandweerwagen met zijn 8000 cc benzine motor, zoop nogal wat liters en om zeker niet stil te vallen nam ik de stop op de markt te baat om de tank bij te vullen. Ik had die eerste jerrycan nog niet goed vast of ik werd gevraagd wat ik ging doen. Laconiek zei ik dat we de boel wat gingen opwarmen. Tjonge, ik wist niet dat er zoveel BOB’ers stonden toe te kijken. Onmiddellijk kon ik geen kant meer op. Na enig gepalaver waren de heren toch bereid om toe te zien dat die benzine wel degelijk in de tank verdween.
Toch eens goed mee gelachen. Ook Hunfred zag er de grap van in maar over het verloop van de verdere acties was hij toch iets minder gerust.
Hugo
Met dank aan Marc Hauman voor het nalezen.
]]>
The LAST SHIP is een hedendaagse (2014) Broadwaymusical met energieke muziek van poplegende Sting
Voor leden, die inschrijven via Op Stoapel voor de voorstelling op 19 mei 2024, wordt een reductie van 10% voorzien ( € 22,5 i.p.v. € 25 )
Datum: | 19 mei 2024 |
Uur: | 15:00 u |
Deuren open: | 14.15 u |
Plaats: | Stadsschouwburg |
Adres: | Paul Snoekstraat 1, 9100 Sint-Niklaas |
Prijs leden: | € 22,5 |
Prijs niet-leden: | € 25 |
Thema: | Muziek Podiumactiviteiten |
Type: | Podiumactiviteit – theater |
Musical: | Door plaatselijke acteurs, gezongen in het nederlands |
Duurtijd: | 2.30 u met pauze van 20 min inbegrepen |
The Last Ship is een musical, gebracht door Bohemian Productions.
De musical vertelt het verhaal van een groep scheepsbouwers op de werf in Wallsend, die te horen krijgen dat hun werf moet sluiten. Ze willen het laatste schip waaraan ze werken koste wat kost nog redden, maar worden daarbij geconfronteerd met persoonlijke problemen en tegenslagen. De scheepsbouwers zijn in eerste instantie geschokt en verslagen. Ze weten niet wat ze moeten doen.
In de tussentijd keert Gideon terug naar Wallsend na 17 jaar de wereld rondgereisd te hebben. Hij is vastbesloten om zijn roots weer op te zoeken en zijn oude leven weer op te pakken. Maar hij treft het dorp en zijn inwoners anders aan dan verwacht. Het dorp is veranderd en de mensen zijn veranderd. Gideon moet zich aanpassen aan de nieuwe situatie.
De scheepsbouwers en Gideon besluiten om samen het laatste schip te redden. Ze werken dag en nacht om het schip op tijd te voltooien. Maar hun missie is niet zonder slag of stoot. Het schip wordt gedoopt tot “The Last Ship” en het wordt een symbool voor hoop en veerkracht.
The Last Ship is een aangrijpend verhaal over liefde, dromen en toewijding. De musical bevat ook heel wat autobiografische elementen. Sting groeide zelf op in Newcastle, Engeland, en was voorbestemd om in de voetsporen van zijn pa te lopen en scheepsbouwer te worden. Hij zag hoe de scheepsbouwindustrie in de jaren zeventig en tachtig instortte en hoe veel mensen hun baan verloren.
The Last Ship raakt aan een aantal terugkerende thema’s, zoals:
De musical doet ook denken aan wat er hier bij ons in Temse gebeurde met de Boelwerf in de jaren negentig. De sluiting van de Boelwerf was een enorme klap. Het was een verlies van banen, maar ook een verlies van identiteit.
The Last Ship is een musical die je niet snel zult vergeten. Het is een verhaal dat je hart zal raken en je aan het denken zet.
Door tegen 20/3 in te schrijven via Op Stoapel, voor de voorstelling op 19/05/2024, kan u genieten van 10% korting ( € 22,5 ipv 25 ).
Dit kan gebeuren bij Paul Bertolo via mail bertolopaul@gmail.com of tel. 0496 12 24 03
]]>
Op woensdag 6 maart heeft Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele het startschot gegeven voor de restauratie van de iconische Boelwerfkraan. De werken zullen een half jaar in beslag nemen en zal na afloop opnieuw kunnen draaien en voorzien zijn van sfeerverlichting.
Enkele krantenartikels : Het Nieuwsblad, Gazet Van Antwerpen, Het Laatste Nieuws.
Hoera! De iconische Boelwerfkraan blijft beschermd als monument. Samen met jouw hulp willen we ze restaureren als eerbetoon aan alle scheepsbouwers.
De torenkraan is ooit besteld door Cockerill Yards (Hoboken) bij Machinefabriek Hensen (Rotterdam). De firma Nobels-Peelman (Sint-Niklaas) bouwde de kraan in 1957 volgens de plannen van Hensen. Na het faillissement van Cockerill Yards kwam de torenkraan in 1986 naar Temse, waar ze nog altijd waakt over de Schelde.
Om deze bijzondere kraan te bewaren, zijn er dringende werken nodig:
De restauratie kost enorm veel geld: we schatten ongeveer 1 miljoen euro. Een deel van de restauratiewerken wordt betaald met:
Voor een deel van het restbedrag rekenen we op het engagement van inwoners en sympathisanten. Een kleine gift kan grote dingen in beweging zetten! Help jij ons de kraan te restaureren? De Boelwerfkraan behoort tot het collectief geheugen van Temse en omstreken: het is een monument van iedereen!
Doe een gift om de kraan mee te restaureren. Stort via de Herita-erfgoedrekening op rekeningnummer BE80 7330 5894 1977. Belangrijk: gebruik de mededeling GIFT 110-001-914.
Jouw donatie is fiscaal aftrekbaar vanaf 40 euro. Je ontvangt een fiscaal attest waarmee je via de belastingen 45% van je gift recupereert.
Contacteer dan de Gemeente Temse via info@temse.be
Alle informatie over de Herita-Crowdfunding kan je hier vinden.
Tekst: Gemeente Temse
Foto: Yoon Thoen
]]>
Woensdag 23 augustus , trip naar Hellevoetsluis, wegbrengen 2 personen, 1 om te filmen en 1 om foto’s te maken, Bernisse vertrek naar Stellendam 20 u
Vertrek uit de haven
Ondertussen … gaan de voorbereidende werkzaamheden verder in Temse.
Donderdag 24/8 vertrek Stellendam.
Strand Zoutelande en aankomst in Terneuzen
Het schip komt aan en blijft tijdens de nacht in Terneuzen Voor Op Stoapel betekende dat twee leden en de Bellenman van Temse naar daar brengen .
Vrijdag 25/08
Na een halte in Antwerpen om de laatste gasten op te pikken, zijnde Wim Van Rossen, schepen Temse, Lieve Truyman, schepen Temse, An Vervliet, deputé Oost-Vlaanderen, Peter Van Wichelen, provincie Oost Vlaanderen .
13u: vanuit Temse vertrekt de Verdi, toeristisch rondvaartschip van Rivertours met 110 belangstellenden om de Bernisse ter hoogte van de rede in Antwerpen te ontmoeten.
Verdi (Rivertours) ontmoet Bernisse ter hoogte van Burcht.
Op de volgende foto: een deel van de “bemanning” op het achterdek: Wim Van Rossen, schepen Temse, Lieve Truyman, schepen Temse, An Vervliet, deputé Oost-Vlaanderen, en met wit hemd Robert Van Huerck, bestuurslid Op Stoapel
Samen op weg naar Temse
De man die gans de trip gefilmd heeft maar ook interviews maakt met de bemanning en de gasten. Foto twee de man die de trip Temse Antwerpen gevolgd heeft. De afspraak is dat er films gaan gemonteerd worden één voor het Nederlands publiek en één om in Temse te vertonen en eventueel op andere plaatsen.
Op Stoapel zorgde ook voor commentaar op de Verdi: Toeristische uitleg, maar ook Erfgoed (scheepswerven) en natuur, en ook over het Bernissebestuur. Op Stoapel was met vijf mensen aan boord om uitleg te geven en eventueel vragen te beantwoorden
Temse in zicht.
Aanmeren aan het ponton waar het schip te bezoeken zal zijn. Het ontvangstcomité met burgemeester en schepenen zijn aanwezig alsook de hostessen van Toerisme Temse. de man met wit hemd is de commandant van de Bernisse .
Op Stoapel had nog een verrassing nl dit schroefblad dat werd aangekocht, is van de Godetia, ook een marineschip gebouwd op de Boelwerf en nu ter beschikking van de Gemeente om het ergens op te stellen.
Onder leiding van de Belleman op weg naar AC De Zaat voor de ontvangst van de bemanning bij de viering van 70 jaar Bernisse (kiellegging 1953).
Aankomst aan het Frans Boelplein, met serenade, beluisterd door deputé Mevrouw Leentje Grillaert, Burgemeester, schepen en gemeenteraadsleden.
Ontvangst van de bemanning in het AC De Zaat:
Mevrouw Grillaert met het aandenken dat Op Stoapel had laten maken voor de sponsors zijnde de provincie Oost Vlaanderen, de gemeente Temse, Op Stoapel en natuurlijk de jarige zelf, de Bernisse en haar bemanning.
Wat niet voorzien was: de dankwoorden van Gerrit Van Elst namens zijn ganse crew voor de geweldige ontvangst met de woorden “Wij zijn Temse geworden”.
Op Stoapel had voor een verjaardagtaart gezorgd, zeer velen vonden het spijtig dat ze diende om opgegeten te worden. De gemeente zorgde voor een natje met streekbieren uit Temse.
Tot daar het verslag van de trip en ontvangst; van dit gebeuren zijn er nog meer foto’s en films op de Facebook pagina’s van Op Stoapel en Vrienden van de AMS BERNISSE.
Zaterdag 26 augustus :
’s Morgens nog even op de koffie geweest bij de bemanning en de laatste afspraken gemaakt, ons standje opgebouwd, de schroef op haar plaats gezet, het standje van de Vrienden van de marine en de Oudenaarde klaargezet.
10 voor 10 stonden de eerste bezoekers al klaar om aan boord te gaan: het zouden er in totaal een kleine 500 zijn die kwamen kijken en die al dan niet aan boord gingen. Jammer dat een stortbui tijdens de middag ons gepest heeft. Wat we wel weten is dat niemand teleurgesteld van boord kwam. Tot daar dag één van het bezoek voor het publiek. En wat we niet verwacht hadden er komen nog twee Boelmannen op bezoek die er nog aan gewerkt hadden.
Zondag 27 Augustus
Om 10 u ’s morgens stonden de eerste bezoekers reeds klaar en ondanks weer een stortbui zijn er nu voor de Bernisse tussen de 1300 en 1400 bezoekers tot aan het ponton geweest en al of niet aan boord geweest.
Om 6 uur in de morgen is de bemanning reeds druk in de weer om het schip klaar te maken voor vertrek, zeker in de machinekamer en op de brug is het druk, we mogen nog aan boord voor een kop koffie, de laatst woorden aan de bemanning en wederzijdse dankwoorden.
De trossen los, de Bernisse neemt afscheid waar zij in 1953/54 vertrokken is, ter hoogte van de kraan maakt ze een zwaai richting de brug, ze hoopt nog een keer terug te komen, wie weet???
Langs deze weg wil Op Stoapel iedereen, maar dan ook iedereen, bedanken voor deze meer dan geslaagde manifestatie.
Opgetekend door Eddy Van Grevelinge
Dank aan Theo Baeke voor het nalezen
]]>
Op 13 december 2023, om 9 u, werd de derde en licht aangepaste versie van het Boek “Boelwerf in Beeld” aan de pers voorgesteld.
Via de Webwinkel van Op Stoapel is het boek terug verkrijgbaar.
Johan Dambruyne
In 1994 legde de grootste scheepswerf van België definitief de boeken neer. Het faillissement luidde meteen ook het einde van de Belgische scheepsbouwindustrie in. Vandaag behoort de Boelwerf tot het industrieel en cultureel erfgoed van het Waasland. Het uitzicht van de voormalige industriële site onderging intussen een grondige transformatie, maar een aanzienlijk deel van het bedrijfsarchief bleef gelukkig bewaard.
In dit prachtig fotoboek richt rijksarchivaris Johan Dambruyne de schijnwerper op de buitengewoon rijke fotocollectie van de voormalige Temsese scheepswerf, waarvan het Rijksarchief Beveren een belangrijk deel bezit. Aan de hand van zorgvuldig geselecteerde foto’s wordt teruggeblikt op de glorierijke en bewogen geschiedenis van de Boelwerf. Door het hoog artistiek gehalte en de evocatieve kracht van het fotomateriaal wordt de werf als het ware opnieuw tot leven gewekt. De nostalgische beelden zullen velen niet onberoerd laten. Boelwerf in beeld richt zich tot iedereen die in scheepsbouw en maritiem erfgoed geïnteresseerd is.
Boelwerf in beeld is een co-uitgave van de Provincie Oost-Vlaanderen en het Rijksarchief in België. Het boek, voorzien van hardcover, wordt gedrukt op kunstpapier en in een speciaal formaat. Het boek telt 200 pagina’s en ongeveer 150 grote kleuren- en zwart-witfoto’s.
]]>Dat is wat we u en uw familie nu reeds toewensen.
Wij hebben dan ook het genoegen u hierbij uit te nodigen onder voorbehoud van een geregeld maatschappelijk leven zonder hinderpalen op onze:
Deze is gepland op zaterdag 13 januari 2024 om 14h00, in zaal de Arcke (5e verdieping) van AC De Zaat, Frans Boelplein 2, 9140 Temse.
Alle leden zijn uitgenodigd op de nieuwjaarsreceptie,
Indien je komt graag een seintje via mail: bertolopaul@gmail.com of info@opstoapel.org of telefoon: 0496 122 403.
Er zal zoals in het verleden aan de toegang een jeton aan de leden worden overhandigd die kan uitgewisseld worden tegen een drankje naar keuze.
Partners en sympathisanten zijn eveneens welkom maar ontvangen geen jeton.
We hebben in het lopende jaar niet stilgezeten en we verwijzen naar de verschillende Nieuwsbrieven waarin één en ander werd toegelicht.
Toch even de belangrijkste in herinnering brengen:
Het lidmaatschap is onveranderd gebleven, niettegenstaande dat het budget dat we voor Bernisse hadden uitgetrokken aanzienlijk werd overschreden door de hogere brandstofprijzen als gevolg van de energiecrisis, en we durven terug beroep te doen op uw welwillendheid om lid van Op Stoapel te blijven en of te worden om onze werking te bekostigen en ander projecten te kunnen uitwerken en financieren.
Graag tijdig (= liefst voor midden december) lidgeld van € 15 (gewoon lid) of € 25 (erelid) storten op Op Stoapel vzw rekeningnummer:
BE46 7370 3974 0236 van KBC, BIC KREDBEBB.
Bij ontvangst van het lidgeld wordt je een nieuwe lidkaart (geldig tot 31/12/2024) toegestuurd of overhandigd op de nieuwjaarsreceptie.
Wij hebben het plan “Zierikzee en Ouwerkerk” terug uit de kast gehaald. Dat hadden we spijtig genoeg in 2020 moeten laten varen omwille van de Corona pandemie-uitbraak. Ook de 2021 uitstap hebben we voor dezelfde reden aan ons moeten laten voorbijgaan. Derde keer goede keer!
Een overtocht met de “Isle of Innisfree” (Ex- Prins Filip) vereist nog steeds een internationaal paspoort (dat gemiddeld € 75 kost) , om voet aan wal in Engeland te mogen zetten, hetgeen de prijs van zulk een uitstap onverantwoord zou doen stijgen.
We mikken op een zaterdag in april of mei 2024. Meer nieuws hierover op de Nieuwjaarsreceptie of in de Nieuwsbrief.
Het boek “Made in Belgium by Boelwerf” (950 exemplaren) is uitverkocht..
Het boek “Boelwerf in Beeld” wordt in samenwerking met provincie Oost-Vlaanderen heruitgegeven. Kandidaat geinteresseerden geven hun coöordinaten door aan Bertolo Paul, email bertolopaul@gmail.com of telefonisch op nummer 0496 12 24 03.
Over al het hierboven aangehaalde kan je in een later stadium meer informatie vinden op onze website : www.opstoapel.org
Groeten en tot wederhoren, tot ziens,
OP STOAPEL vzw
0496122403
0473476050
]]>
Op zaterdag 04 november 2023 om 11u leidde de voorzitter van Op Stoapel een herdenking in voor de scheepsbouwers die hun leven lieten op de werf, maar ook hun collega’s die ondertussen overleden zijn werden herdacht met een kort moment van stilte en bezinning.
Ondanks de slechte weersomstandigheden mochten we een dertigtal aanwezigen verwelkomen. Onze jaarlijkse herdenking krijgt ook de nodige respectvolle aandacht op onze Facebook pagina.
Volgend gedicht werd voorgelezen :
Kinderen spelen aan het water
Met Bootjes varen dromen mee,
De Lokgroep van de Zaat…
Went ook de vriendjes uit de straat: Kom Werken voor het leven
Dag na dag; zij aan zij
Op helling en op stroom
Het Beste van jezelf geven Zwoegen, zweten, zwijgen Toch blijft de werf het kapitaal.
Want schepen verdwijnen Veel werven vergaan, Gedenk hier de Zaatman Zijn taaie volharding
Zijn harde Bestaan
Eric Van Britsom
Na dit gedicht werd een minuut stilte gehouden ter nagedachtenis van alle overleden scheepsbouwers. Er werden ook twee bloemstukken neergelegd: een aan het hoofdankerpunt van het Boelwerfparcours en een aan het monument van de Zaatman .
In Brasserie De Werf werd er nog ingetogen nagepraat over de tijd van toen op de Boelwerf.
Volgend jaar word opnieuw een herdenking ingelast als jaarlijks eerbetoon aan de scheepsbouwers.
Eddy Van Grevelinge – Voorzitter Op Stoapel – www.opstoapel.org
]]>