Het ontstaan van Op Stoapel

Auteur: Lieven Muesen

Wanneer is Op Stoapel nu precies opgericht? Het antwoord is niet zo éénduidig, want er is sprake van verschillende fasen in het ontstaan van de erfgoedvereniging. Gelukkig zijn er de verslagen van werk- en stuurgroepen, de rijk geïllustreerde nieuwsbrieven en de website die het geheugen van de vereniging vormen en ons een zicht geven op de beginjaren. Daarin zijn 2 mijlpalen te onderscheiden nl. de eerste vergadering van een werkgroep waar de naam ‘Op Stapel’ werd gekozen en de datum van de oprichtingsacte van vzw Op Stoapel.
Als medeoprichter en voormalig voorzitter tracht ik een beeld te geven van hoe het allemaal begon.

1. Het kindje wordt gedoopt

Op 31/5/2008 werd een vergadering georganiseerd in AC De Zaat om een werkroep op te richten met de naam ‘Op Stapel’ ter voorbereiding van een eerste project ‘Verankerd’ n.a.v. 15 jaar sluiting Boelwerf in 2009. Er werd logischer wijze gekozen voor een term uit de scheepsbouw, een schip dat in aanbouw is. Iets staat ‘op stapel’ verwijst ook naar iets dat staat te gebeuren dus was er snel een consensus over deze toepasselijke naam.
Hoewel toen nog niet duidelijk was of deze werkgroep een permanent karakter zou krijgen is op deze vergadering, 15 jaar geleden, de basis gelegd voor de huidige vzw Op Stoapel. De o in Stoapel is er enkele maanden later bijgekomen om de naam een Temstes dialecttintje te geven maar ook omdat er al een vereniging vzw Op Stapel bestond, actief in de programmatie van klassieke muziek. De werkgroep werd omgedoopt tot stuurgroep en het schip was vertrokken.

Collage krantenartikels n.a.v. multidisciplinair project Verankerd, 2009

2. De vereniging wordt volwassen

Een tweede belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van Op Stoapel is de oprichting van de vzw Op Stoapel op 1/01/2013, 10 jaar geleden. Een Raad van Bestuur werd samengesteld, statuten werden opgemaakt en een succesvolle ledenwerking werd opgestart. Dit zorgde voor professionalisering en rechtszekerheid. Inkomsten, noodzakelijk voor de financiering van projecten en werkingskosten, konden nu op een transparante manier worden gezocht, deuren die voorheen gesloten bleven gingen nu open. De vereniging werd eindelijk au serieus genomen in het erfgoedwereldje en vervolgens ook bij de lokale overheid. Het kraandossier is daar een goed voorbeeld van, waarover later meer.

Groepsfoto Raad van Bestuur stichtingsvergadering vzw Op Stoapel, 11/02/2012. Foto: Paul Bertolo. Van links naar rechts: Eric Bauwelinck – Bert De Laet – Gaston Derkinderen ✝︎ – Lieven Muësen – Eddy Alcock – Jean De Block ✝︎ – Paul Bertolo – José De Staelen ✝︎ – Theo Baeke – Eddy Groenwals – Hugo van Britsom – Marc Hauman – Patrick Mertens

Wat voorafging: Het zaadje wordt gepland

Wat zijn nu eigenlijk de beweegredenen en motivaties geweest om tot een verenging te komen die het erfgoed van de Boelwerf in de kijker wilde zetten?

Paradoxaal genoeg is het een buitenstaander geweest, een niet-Temsenaar die geen enkele band had met de werf, die één en ander in gang heeft gezet. Een buitenstaander is soms nodig om de lokale mensen bewust te maken hoe waardevol hun eigen geschiedenis is. Men staat niet meer stil bij de omgeving waarin men zich dagelijks beweegt. Een vreemdeling kan de dingen aanschouwen vanop een afstand, alsof hij vanuit de lucht een tafereel gade slaat. Hij ziet dingen die anderen op de begane grond niet meer zien en heeft overzicht.

Van in mijn studentenjaren (jaren 1980) had ik interesse voor ‘vervallen’ industrieel erfgoed, zo doolde ik rond langs de kaai in Brussel om foto’s te nemen van oude havenkranen of bracht ik de gebouwen van het toen vervallen neoclassicistisch martelaarsplein, waar nu het Vlaams parlement is gevestigd, in beeld. Dat noemen ze nu Urbex fotografie (urban exploring).

In 1992 maakte ik een fietstocht langs de Scheldeboorden. Naast pittoreske dorpen in een groene omgeving zoals Sint-Amands, Mariekerke en Weert passeerde ik ook dorpen met een zwaar industrieel verleden zoals Baasrode, Hoboken en Temse. Vanop de rechteroever in Weert vormde de Boelwerf een indrukwekkend baken aan de Schelde. De dorpskern van Temse die letterlijk aan de werf vastkitte, verdween bijna in het niets tegenover de eindeloze rij magazijnen, loodsen, kranen, hellingen, kantoren en het 500 meter lange droogdok. Enkele schepen lagen zieltogend op de stroom te wachten op hun voltooiing. Het was er akelig stil, een stilte die slechts doorbroken werd door het lawaai van auto’s op de brug. Boelwerf was voor een eerste keer failliet verklaard.
Dit beeld blijft voor altijd op mijn netvlies gebrand. De nieuwsbeelden en radioberichten over de sociale onrust bij Boelwerf waren plots een tastbare realiteit.

Boelwerf vanop de brug van Temse, 1990. Foto: Jimmy Hemelaer

Door een toevallige samenloop van omstandigheden werd Temse in 2002 mijn nieuwe woonplek. De gebouwen van de werf stonden er nog, verlaten en deels vervallen, klaar voor de afbraak. Hoewel het verboden was ben ik er nog een aantal keren gaan wandelen om de sfeer in mij op te nemen en met het plan er aan Urbex fotografie te doen. Even later kwamen de bulldozers om alles plat te gooien, vaarwel Urbex project. Eén kraan is toen blijven staan als monument dankzij de inspanningen van curator Jef Dauwe. Vorig jaar was het nog alle hens aan dek om te beletten dat dit monument zou verdwijnen. Op Stoapel heeft daarin een erg belangrijke rol gespeeld door jarenlang dit dossier in de aandacht te houden en zo te zorgen voor een draagvlak bij de bevolking. Reeds in 2011 werd er actie gevoerd om eindelijk werk te maken van het restauratiedossier tijdens de jaarlijkse picknick aan de kraan. In 2012 werd er een toekomstvisie voorgesteld dat later werd opgenomen in het ‘POSES’ plan. Dit leidde tot een eerste rondetafel op 9 juni 2016.

Afbraak Boelwerf met intussen als monument beschermde Hensen torenkraan, 2002. Foto Werner De Bauw

Na de afbraak van de gebouwen waren er genoeg redenen om zich af te vragen of er geen initiatief nodig was om te onderzoeken wat er nog rest van de Boelwerf, welke initiatieven er al genomen waren en welke potentieel dit industrieel erfgoed heeft op termijn.

Het bleek een gedroomd onderwerp voor een scriptie die ik maakte i.h.k.v. een studie cultuurmanagement in 2007 met de titel Boelwerf, erfgoed om te koesteren.

 

Het kindje wordt geboren

Uit de inleiding prik ik volgend citaat ‘De doelstelling van dit werk was een gefundeerd basisdocument af te leveren dat onderzoekt op welke manier het rijke erfgoed van de scheepsbouw in Temse ontsloten kan worden. Tevens kan het een aanzet zijn voor het opstarten van een organisatie’.
De doelstelling van de vereniging werd als volgt omschreven ‘Het zoeken naar materieel en immaterieel erfgoed van de Boelwerf, dit samenbrengen en presenteren aan het publiek’.
In het besluit wordt er een stappenplan gesuggereerd om een werkgroep/vzw op te richten met geïnteresseerde partners. Daarna zou de organisatie van een eerste multidisciplinair evenement op het programma staan, en zo geschiedde.

Met dit werkstuk in de hand organiseerde ik een gespreksavond op 30 januari 2008 in Salons den Oever (nu De Werf) met als doel mensen enthousiast te maken om mee te werken aan een initiatief. 50 belangstellenden vulden de zaal, voormalige werknemers, politici, vertegenwoordigers van erfgoedorganisaties en vakorganisaties, erfgoedliefhebbers… Marc Hauman zorgde voor een muzikale noot met liedjes over ‘De Zaat’.
Verschillende ideeën werden uit het publiek naar voren gebracht. De algemene consensus was om de herinnering aan Boelwerf niet verloren te laten gaan. Mensen gaven zich op om deel te nemen aan een werkgroep om concrete afspraken te maken.
Op 31 mei was het dan zover, het kindje kreeg een naam en werd boven de doopvont gehouden.

Met trots kunnen we zeggen dat de doelstellingen uit de scriptie grotendeels zijn gerealiseerd en dit dankzij vele mensen uit zeer diverse hoek waarvan er reeds verschillenden ons ontvallen zijn.
Maar het werk is nooit af. Het huidig bestuur werkt hard verder en houdt het schip op koers ook in woelig water.

 

Groeipijnen

De teloorgang van Boelwerf heeft enorme wonden geslagen, de spreekwoordelijke scheve nagel in het hart van elke Temsenaar (dixit Luc de Ryck). Rond 2000 hoopte men dit hoofdstuk industriële activiteit te kunnen doen vergeten met een nieuw vastgoed project namelijk woon- en KMO zone ‘De Zaat’. De zichtbare overblijfselen zijn dan misschien wel grotendeels weggenomen maar vergeten doet men niet, erfgoed is een deel van ons collectief geheugen en bepaalt wie we zijn. Daarom moeten we ons industrieel erfgoed koesteren en dat is de motivatie geweest voor het oprichten van deze erfgoedvereniging.
Je kan de vraag stellen of een industrie zoals de scheepsbouw het potentieel heeft om ook waardevol erfgoed te worden? Het 165 jaar bestaan van Boelwerf, de prachtige schepen die er gebouwd zijn, de innovatieve technieken die er ontwikkeld zijn, het internationaal karakter en de goede reputatie van de werf, maakt deze vraag overbodig. Dan hebben we het nog niet over de decennialange impact van de Boelwerf op de samenleving in Temse en wijde omgeving. De werf was immers een bron van welvaart en voorspoed voor gans het Waasland.
Een scheepswerf is geen koekjesfabriek zei José de Staelen ooit, elk schip was anders en bracht nieuwe uitdagingen met zich mee.

Maar was de tijd wel rijp om minder dan 15 jaar na dergelijk pijnlijk faillissement een vereniging op te richten? Misschien niet, maar dan zou er veel informatie verloren gegaan zijn, niet in het minst de getuigenissen van oude-werknemers die nu niet meer onder ons zijn. Zij waren nog van de generatie die kort voor, tijdens of kort na Wereldoorlog Twee aan de slag gingen. Ze konden getuigen van een enorme evolutie en groei van de werf. Ze keken vol trots en met een warm hart terug op hun tijd op de werf.

Mondelinge geschiedenis: voormalig verpleegster, Blanche Massart, doet haar verhaal aan Op Stoapel in het gezelschap van vakbondsman en zanger van de werf, José De Staelen, 2011. Foto Lieven Muësen

Voor de generatie die zelf het faillissement heeft meegemaakt, ligt dat vaak anders. Ze zagen het terug in de aandacht brengen van de Boelwerf door Op Stoapel eerder als het openrijten van oude wonden. Vakbondsmensen keken dan weer nostalgisch terug naar de vele acties die ze voerden. Van in het begin was er dan ook het reëel gevaar dat een initiatief rond het erfgoed Boelwerf zou gekaapt worden door politieke en/of syndicale groepen die actief waren in de sociale strijd in de jaren 1980 en 1990. Wat dan ook af en toe gebeurde zonder dat Op Stoapel het wilde en wat misschien ook onvermijdelijk was zo kort na het faillissement. Daardoor werd Op Stoapel wel eens onterecht in één of ander vakje gestoken. Om dit te vermijden heeft Op Stoapel wijselijk laten verankeren in haar statuten dat de vereniging politiek onafhankelijk is. De samenstelling van de Raad van Bestuur is divers en pluralistisch en ook de leden komen uit alle hoeken met als gemeenschappelijke interesse, de scheepvaart.

Dank

Ondertussen zijn we 15 jaar verder, de wonden zijn geheeld, de Boelwerf is nu waardevol industrieel erfgoed geworden met groot toeristisch potentieel waarmee men ook toekomstige generaties kan boeien. De realisaties van Op Stoapel mogen dan ook gezien worden, denken we maar aan het Boelwerfparcours, dat vorig jaar werd ingehuldigd.

Als voormalig voorzitter wens ik de jarige nog een duurzaam en lang leven toe. Speciale dank aan het bestuur voor haar onverdroten inzet.
Een vereniging is een komen en gaan van mensen. Bedankt aan alle vrijwilligers, die aan de wieg stonden van Op Stoapel en meewerkten aan de talrijke projecten. Deze projecten waren niet mogelijk zonder de steun van de verschillende overheden die Op Stoapel mee op de kaart hebben gezet, bedankt!

In dankbare herinnering denk ik ook aan de diegenen die er niet meer zijn, hun vriendschap en betrokkenheid, hun verhalen die ondertussen onbetaalbaar immaterieel erfgoed zijn geworden.

 

 

Dit artikel werd geschreven door stichtend voorzitter Lieven Muësen op 30 april 2023 ter gelegenheid van het 15-jarig jubileum van Op Stoapel


Copyright Op Stoapel VZW   |   site by WebXclusive®, digital marketing agency

Facebook Iconfacebook like button