Kirribilli – een verhaal komt nooit alleen

Op maandag 20 december 2021 kreeg ik een We Transfer doorgestuurd van Remi Hauman, onze in Temse en omstreken wereldvermaarde kleermaker. Gul als hij is, deelde Remi hierin weer een fantastisch tijdsdocument uit hun rijk familiearchief.

Beste Marc,

Zoals beloofd: filmpje over Boelwerf, tis een schip in bestelling van de Zweedse scheepsbouwer Götaverken, ik neem aan dat jij kan uitvissen over welk schip het gaat, maar het moet een heel groot geweest zijn. Het filmpje is gemaakt door Remi Hauman mijn grootvader of zijn zus Marie-Louise Hauman. In 1957.
mvg
Remi Hauman

 

Uiteraard was ik kinderlijk gelukkig met het filmpje, zeker nu onze filmavond eraan kwam. Met het bouwnummer in de hand was het een makkie om meer te weten te komen over dit schip. Met veel liefde en mateloos respect voor het grootse verleden van de Boelwerf ging Op Stoapel indertijd (2008) van start om het verhaal van de Zaat levend te houden voor latere generaties. Daarbij kon een volledige beschrijving van alle schepen op Boel gebouwd, natuurlijk niet ontbreken. In het overzichtswerk Made in Belgium by Boelwerf vond de Kirribilli met bouwnummer 1337 een plaatsje op pagina 142.

Ik plooide natuurlijk ook even het internet open om te zien of er nog meer te vinden was omtrent dit vaartuig en zo kwam ik bij het tragische verhaal dat ik u hieronder zal vertellen. Omdat Remi me had toevertrouwd dat hij vroeger een groot liefhebber was van Dree Peremans’ illustere radioprogramma ‘Het einde van de wereld’, kwam de gedachte om de gebeurtenissen als luistervertelling op te voeren op onze filmavond.



Maar een verhaal komt nooit alleen en toen ik op een vergadering in de Stuurhut vertelde wat ik van plan was, zag ik één van onze bestuursleden met verhoogde aandacht luisteren. “De Kirribilli”, zei Jacques, “daar heb ik nog op gewerkt!”. Jacques Tollenaere kwam als jongeling op de scheepswerf waar hij eerst bij wijze van opleiding verschillende stielen van de scheepsbouw doorliep. Twee jaar lang stond hij opeenvolgend in de paswerkerij, blikslagerij en bij de afschrijvers. Ook stond hij een deel van die periode in het magazijn en ging hij als helper monteerder en buizenlegger aan boord. En zo werkte hij een tijdje op de Kirribilli, die even later als casco naar Zweden zou worden gesleept. Het was het laatste schip waarop Jacques werkte voor hij op de tekenkamer kwam (afdeling plaat en profiel).

Ik moest er onderdeks knieën plaatsen aan boord”, vertelde Jacques, ”zware verbindingen tussen dek en wand.” Toen later Jacques de Kirribilli bij vertrek door de brug zag varen, dacht hij: “Daar was ik bijna verongelukt toen ik die zware knieën de ladder moest opdragen.”

Dank zij Jacques kunnen we nog een aantal foto’s delen van de Kirribilli bij zijn vertrek uit Temse.

Vanaf hier kan je genieten van de vrije tekstbewerking door Marc Hauman naar verschillende dagbladartikels.

 

Zweeds schip zonk na aanvaring

Ramp voor Zeeuwse kust eist 7 levens

In het kleine scheepvaartkantoor op de Vlissingse boulevard opende de oude waterklerk het groot boek met stijf kaft. Die dag schreef hij er, met regelmatig handschrift de zoveelste regel bij. Elk jaar zo’n meer dan honderd keer. De regels samen vormden eentonige bladzijden. De meeste van de regels leken dan ook op elkaar.

13-1 Scaldis – “North Monarch” – Vlissingen – Bol van Heyst – a.d. grond – vlot gesleept – terug Vlissingen.

In mensentaal betekende dit zoveel als: Op de dertiende januari voer de sleepboot Scaldis van Vlissingen uit naar het schip “North Monarch”, vastgelopen op de Bol van Heyst op de Westerschelde. De sleper snokte met duizenden paardekrachten de North Monarch weer naar diep vaarwater en keerde nog dezelfde dag op zijn station in Vlissingen terug.

In het logboek van de Westerschelde en haar monding vormden de namen van de schepen een lange bonte rij:

Evandros, Rabenfels, Monte Eliveto, Tabor, Cerons, Alfredo Primo, Ionian Challenger, Arvo, Olympic Torch, Texaco Columbia … Het waren schepen van overal ter wereld die hier bij of op de Westerschelde hun tol moesten betalen voor – meestal – een kleine fout of onvoorzichtigheid op de grillige rivier.

Aan de grond – in aanvaring – in brand. Het register vermeldde nauwgezet wat er elk schip mankeerde. Maar wat de spaarzame regels in het dorre handschrift niet vertelden waren de spanningen, de angsten en dikwijls het bittere leed, dat de opvarenden van de ongelukkige schepen moesten doormaken. Meestal viel het wel mee en waren er geen slachtoffers, zoals met de North Monarch, en moest alleen de verzekeringsmaatschappij in de geldbuidel tasten. Maar elk jaar weer was er toch ook weer minstens één accident, waarbij onherstelbare schade werd aangericht.

Anno 1968, de 21ste februari, was dat het geval met het Zweedse motorschip “Magne” van de rederij Svea, ter hoogte van de Steenbank, buitengaans de Westerschelde. De Magne was van het type Scandinavische scheepjes die in die periode vaak te zien waren op de Westerschelde. Na een aanvaring, met het eveneens Zweedse schip “Kirribilli”, verdween de Magne in een luttele minuut met een aantal opvarenden in zijn ingewanden onder de golven. Het wrak ligt er nog steeds en dient waarschijnlijk de zeelieden tot een laatste rustplaats, ongeveer 8 mijl ten westen van Westkapelle.


De fruitcargo Kirribilli van de Zweedse Transatlantic rederij, had ooit in Zweden zijn Götaverken 8800pk motor gekregen, maar werd oorspronkelijk als casco gebouwd bij Jos Boel in Temse waar hij in 1956 werd opgeleverd met bouwnummer 1337.

Kapitein Arne Holger Persson van de Magne legde op 4 maart 1968 voor de stedelijke rechtbank te Göteborg een scheepsverklaring af, waaruit we het verloop van deze aanvaring konden reconstrueren.

Die avond voer de Magne in ballast en was op weg van Rotterdam naar Antwerpen. De bemanning bestond uit achttien mannen en twee vrouwen. De reis verliep zonder problemen en ter hoogte van de Middensteenbank of MSB-lichtboei kwam de 34-jarige Nederlandse zeeloods Kees Derks aan boord – het was toen 21.40 uur. Hij gaf het bevel volle kracht. De wind was Noordwest 4-5, en het was vriezend weer. Op de brug bevonden zich naast kapitein Persson en de loods, een roerganger en de derde stuurman. Op de brugvleugel stond een uitkijk.

Loods Derks zag op circa drie mijl een schip op tegengestelde koers naderen, riep het meerdere keren op via de VHF (Very High Frequency), maar kreeg geen antwoord. De vaartuigen stevenden op elkaar af onder een aanvaringskoers. De loods gaf de order ‘hard bakboord’, waarop kapitein Persson de tegenorder ‘hard stuurboord’ en vervolgens ‘stop, vol achteruit’ gaf. Maar de Kirribilli was een bijzonder snel schip dat zijn rederij diende onder het motto “Speed and Service”… het onvermijdelijke stond te gebeuren.

Het Zweedse schip “Kirribilli”, dat gisteravond in aanvaring kwam met de Zweedse “Magne”. Het schip liep beschadigingen op aan de boeg. – Copyright De Leidse Courant

 

Enkele ogenblikken later ramde de Kirribilli de Magne midscheeps en boorde zich recht in het schip tot ongeveer het brughuis, waarbij kapitein Persson beklemd raakte in de stuurhut. Hij wist zich gelukkig snel los te werken en gaf de derde stuurman opdracht de bemanning te wekken en reddingsvesten uit te delen. Vervolgens probeerde hij nog zijn hut te bereiken om de scheepspapieren te redden, maar de weg werd hem versperd door de boeg van de Kirribilli.

De Magne zonk snel weg en de bemanning sprong overboord. Vervolgens rolde het schip op zijn zij. De tijd ontbrak om reddingsboten of vlotten te water te laten.

Na vijftien tot twintig minuten haalde de jol van de loodsboot Antares kapitein Persson en enkele anderen uit het water. De Kirribilli liet twee sloepen te water die de loods redden en het lichaam van de omgekomen machinist borgen. De tender Zilvermeeuw bracht hen naar Vlissingen.

In totaal vielen er bij deze aanvaring twee doden en vijf vermisten te betreuren. Later bracht de tender van het Nederlands loodswezen, met aan boord onder anderen een aantal bemanningsleden van de Magne, een bloemengroet op zee als eerbetoon aan de omgekomenen.

John Axel Eriksson, hoofdmachinist
José Cardenas, keukenhulp
Lars Anders Holm, eerste stuurman
Efstathios Ikonomu, lichtmatroos
Astrid M. Magnusson, kokkin
Juan Marrero Morales, matroos
Krister Sjöman, tweede machinist

Zij verloren die avond het leven in de noodlottige aanvaring.

Vermits de scheepsverklaringen en bevindingen van beide kapiteins en de loodsen elkaar tegenspraken, kwam de ware oorzaak van de calamiteit nooit aan het licht.

Kirribilli – Copyright Shipspotting.com – Chris Howell

Promotieschaalmodel van de MS Kirribilli – Copyright Foto: International Maritieme Museum in Hamburg)

 

Auteur: Marc Hauman

Foto’s: Jacques Tollenaere, Chris Howell, de Leidsche Courant, International Maritieme Museum in Hamburg

 



Copyright Op Stoapel VZW   |   site by WebXclusive®, digital marketing agency

Facebook Iconfacebook like button