Op stap met Op Stoapel 2023 (verslag)

Reizen om te leren

Waar kan Op Stoapel beter naar schepen gaan kijken dan aan zee! En dus stelde Paul Bertolo voor onze jaarlijkse reis een dagprogramma in Blankenberge en Zeebrugge voor. Vroeg uit de veren was de boodschap, want onze bus vertrok om 8.30 uur. Een moderne dubbeldeks-Waaslandia autocar stond ons blinkend en blauw op te wachten aan het station van Temse: van bovenaf is meer te zien, en dus met velen naar boven, en sommigen zagen zelfs snel sterren want het plafond was laag en onze hoofden stootten er snel tegen. Geen erg. Bijna iedereen was op tijd, en de bus bracht ons zonder oponthoud naar Blankenberge.

In de havenbuurt van Blankenberge heeft vzw De Scute een ruim voormalig atelier van een scheepswerf ter beschikking. De Scute (lees de schuit) verwijst naar de vissersbootjes die tussen de 16e en de 19e eeuw bestonden. Ze waren helemaal uit hout opgebouwd natuurlijk: eerst olm, maar die bleek teveel torren aan te trekken en werd dus vervangen door eik. Maar hoe dat hout plooien volgens de vorm van het schip? Op een of andere manier werd dat hout verwarmd zodat het kon geplooid worden, zo vertelde Jan in zijn eigen Blankenbergs (het zou ons de hele dag achtervolgen, met vreemde g’s en ch’s … en nog veel meer, een tolk was echter niet nodig, wel goede oren!). Blankenberge had toen nog geen haven en de vissers lieten hun platbodemschepen bij hoog water op het strand botsen, waar ze bleven liggen tot de volgende tij. Ze gingen daardoor niet lang mee, zo’n 15 jaar maar. Ze werden op het strand bewaakt door jonge snaken, die de schippers moesten verwittigen als het tij terugkwam. Er lagen zo tientallen bootjes naast elkaar. Met die bootjes trokken de vissers slechts een paar kilometer ver de zee in. Het waren boten van zo’n 11 meter lang, de gevangen vis werd zo op de bodem gelegd, de vissers aten hun eigen vis, die ze klaarmaakten op een schamel vuurtje in het vooronder, dank zij een aanwezige pan en wat hout. Eens terug aan land werd de vis bijna ter plekke verkocht, een beetje per opbod, en wie “De minne” riep (Blankenbergs voor “die vis is de mijne, wil ik kopen”) kocht de vis aan, vandaar de benaming “vismijn”.
De vissers waren erg bijgelovige mensen, met 13 aan tafel kon niet, iemand “goede reis” wensen werd niet gedaan, bedevaarten voor een goede vangst waren er wel, en vele (die ook nu nog bestaan).

Zwemmen konden de schippers niet, wilden ze ook niet, want wie niet kon zwemmen verdronk bij een schipbreuk binnen de 10 minuten terwijl iemand die wel kon zwemmen een langere doodstrijd meemaakte!

De vrijwilligers van De Scute hebben een dergelijke schuit gemaakt en varen er nog geregeld mee, naar bijeenkomsten in havens meestal. Ze hingen natuurlijk van de weersomstandigheden af want er was geen motor, enkel een zeil. Het verhaal gaat dat de jongste matroos met een soort lange lepel water gooide op het zeil om het beter te doen functioneren, de kapitein beloofde hem daarbij zijn dochter als bruid (klinkt het bekend?). De club wilde ook een 2e schuit nabouwen maar kreeg er geen subsidies voor en dus ligt de bodem onafgewerkt buiten … Jammer.

Die vrijwilligers van De Scute hebben ons ook hun museum getoond, met veel instrumenten en werktuigen, visgerei, kaarten, filmpjes, mooie maquettes, en veel foto’s, ook van vroegere schippers, met naam en bijnaam, en van alle soorten boten en bootjes. Er was ook gezorgd voor eten en drinken, zelfs Neptunus maakte zijn opwachting, en heette ons welkom (in zijn beste Blankenbergs). Blankenberge was een kleine gemeenschap toen, iedereen kende iedereen want allen hingen ze af van de zee. Er staat nog een vissershuisje in de Breydelstraat. Toen de eerste toeristen kwamen vonden die al die boten op het strand maar niets; er werd toen een heuse haven gebouwd, en die ligt er nog…omringd door hoge woontorens “in de plekke van vesschershusjes”!

Maar er was nog meer te zien: een korte busreis bracht ons naar een opnieuw ruime werkplaats, waar we al direct de donkere omtrekken van een zeilboot konden zien: het was niet minder dan de bijna herbouwde Askoy II, ooit de persoonlijke zeilboot van Jacques Brel, die er lange reizen mee ondernam. De boot kwam later nog in handen van jonge gasten die er drugs meer vervoerden, en beëindigde zijn “leven” na een storm op een strand in Nieuw-Zeeland. De hele opbouw verdween in de golven of elders, enkel de romp bleef achter, gelukkig zeer sterk Corten-staal. Pieter Wittevrongel, van de bekende, nu 70 jaar jonge zeilmakerij met voorouders in de visserij, wilde de Askoy redden van de ondergang. Brel had zeilen bij zijn vader Achiel gekocht, er waren goede contacten geweest, en de Wittevrongels vonden het nodige geld, of steun, voor het opgraven van de Ascoy op Baylys Beach, en de overbrenging naar België. Sinds 2008 wordt/werd hij in verschillende etappes nu terug van een dek en inrichting voorzien. Gelukkig konden de plannen worden teruggevonden zodat de binneninrichting trouw kan worden nagemaakt. Het is de bedoeling na een 15 jaar durende restauratie het schip naar Brugge te brengen of ermee te gaan varen, zoals Brel. In een filmpje wordt het wedervaren van de boot in beeld gebracht: het is een ruime boot, enig in zijn soort, zeer zeewaardig zo te zien, Brel heeft er twee jaar mee gevaren. Als herinnering ligt er een van zijn gitaren, cadeau gedaan aan een restauranteigenaar in Knokke, waar Brel regelmatig ging eten en van wie een zoon bij Brels bezoek verjaarde. De gitaar bleef lange tijd op een zolder liggen en ligt nu op Brels bed in de Askoy II. Het schip is nu erkend als varend erfgoed.

Paul begeleidde ons nog naar Zeebrugge, waar binnenkort zeer ingrijpende werken beginnen om een nieuwe sluis te bouwen, die als 2e haventoegang moet dienen om zo de trafiek van schepen naar de achterhaven te kunnen garanderen.
Het was intussen zonnig en warm geworden, sommigen trokken naar het strand, de haven, de stad, anderen bleven lui in de Scutebuurt, tot het tijd werd om Blankenberge achter ons te laten. Een leerrijke, ontspannende, goed georganiseerde reis was het, eens te meer!

Tekst: Theo Baecke

Foto’s: Paul Bertolo en Eddy Van Grevelinge



Copyright Op Stoapel VZW   |   site by WebXclusive®, digital marketing agency

Facebook Iconfacebook like button