Harmonie Boelwerf

De Boelharmonie

Het lied van Boelwerf Temse is reeds lang uitgezongen, maar toch kleurde de muziek van haar blaasorkest lange tijd de hoogtepunten van Temses roemruchte scheepsbouwbedrijf. Een terugblik op 57 jaar Boelharmonie.

 

Een eerste harmonie kwam er op vraag van de directie van Jos. Boel & Zonen. In het jaar 1939 besliste Frans Boel tot de oprichting van een muziekkorps om stapellopen op te luisteren en andere activiteiten te organiseren zoals concerten en uitstappen.

Vele instrumenten werden aangekocht en muzikanten werden aangetrokken. Een eerste uitstap was voorzien in mei 1940. Deze zou bestaan in het feestelijk afhalen van Frans en zijn zoon Jozef. 

Deze eerste versie van de Boelharmonie had Gentenaar Fauconnier als dirigent met als tweede dirigent, de onderchef van harmonie Recht door Zee, Jean Temmerman. 

 

 

 

 

Een laatste repetitie werd gehouden op 9 mei 1940. De volgende dag vielen de eerste oorlogsbommen op België. Op zaterdag 10 mei is het korps niet uitgegaan.

Na de oorlog is het er niet onmiddellijk van gekomen om het plan door te zetten. De instrumenten werden van de hand gedaan aan de bestaande harmonies en muziekverenigingen in Temse.

In 1948 verzocht een reder om muzikale opluistering bij de tewaterlating van een schip. (Mogelijks betrof het hier de Paster Pype, gebouwd in opdracht van de Belgische Marine. Deze peilboot werd opgeleverd in 1949.) Een andere bron vermeldt dat een directielid een stapelloop maar een saaie bedoening vond en dit wilde verbeteren. 

Eigen werknemers, de gebroeders Frans en Karel Christiaens, kregen de opdracht een harmonie samen te stellen.

Karel, die als lasser werkzaam was, speelde zelf Trombone bij Recht Door Zee. Daar Leo De Wit, de dirigent van RDZ, als krijgsgevangene in Duitsland verbleef leidde Karel na de oorlog de Koninklijke Katholieke Werkersharmonie. Hierdoor was hij de aangewezen persoon om bij de Boelharmonie als dirigent aan te treden. Frans, leidend tekenaar op de werf, fungeerde als verbindingsman tussen harmonie en directie en deed de administratie.

Frans en Karel Christiaens togen aan het werk en geraakten aan voldoende muzikanten met een goede mix van verschillende instrumenten. 

De voorwaarden om lid te kunnen worden waren:

  • tewerkgesteld zijn op de werf
  • muziek kunnen lezen (en spelen)
  • een eigen instrument bezitten

De werf zorgde voor de partituren en voorzag een lokaal waar kon gerepeteerd worden. 

De eerste repetitie vond plaats in het Orly gebouw, verder in de beginfase ook in de lasschool en de oude burelen (die later werden geïntegreerd in de nieuwe Art Deco burelen).

De harmonie in 1960 op weg naar de burelen om de gasten te verwelkomen. Deze foto is genomen voor de doop van de Tamise, het bouwnummer 1365.

Wanneer er een doopplechtigheid plaatsvond tijdens de werkuren, of kort daarna, kregen de muzikanten de tijd om naar huis te gaan en hun werkkledij te wisselen voor gewone kledij. Na de beginfase van de harmonie was het repetitielokaal meestal het Hollands Hof op de markt.

August Mijs, meester van de houtscheepsmakers, was uitbater van het café. Voor de muzikanten liepen hun werkuren door tot het normale einde van de werkdag. De extra uren werden niet betaald. Wel konden de harmonieleden een drankje nuttigen in één van de etablissementen rond de markt.

Later, wanneer een doop plaatsvond op zaterdag, kregen de spelers op de repetitie een vergoeding uit de hand. Een muzikant die met pensioen ging werd gevraagd om te blijven meespelen.

De te spelen muziekstukken waren marsen en het Belgische Volkslied. Soms werd de nationale hymne van het thuisland aangevraagd. Deze hymnes werden aangekocht en waren dus nieuw. Daar de repetitie plaats vond op de dag van de doopplechtigheid zelf was dit niet optimaal. Maar met de jaren én de uitstekende kwaliteit en meesterschap van de muzikanten en dirigenten kwam het allemaal goed. 

Op 15 oktober 1993 werden de schepen Crystal Amethyst en Crystal Emerald gedoopt (bouwnummers 1541 en 1542). De Crystal schepen waren eigendom van Hollming LTD uit Finland. Voor de doop van deze schepen wilde de rederij een speciale mars laten spelen. Daarvoor was het nodig dat men wist welke instrumenten de harmonie gebruikte. Hollming zou dan een componist opdracht geven een mars te componeren onder de naam Crystal Surges.

De laatste dirigent, Eduard Foubert, stuurde de nodige gegevens via de personeelsdienst door naar Finland. 

Op 4 oktober ontving Ward de muziekpartituren zodat hij die al kon inkijken. Op een eerste repetitie, 9 oktober was de componist, Timo Katila, aanwezig. De dag van de doop werd de mars Crystal Surges verder ingeoefend en later prima uitgevoerd. Er volgde nog een dankbrief van Hollming LTD.

Zolang de schepen van de langs- of dwarshelling in het water gleden moest men wachten tot de kentering bij het hoogste waterpeil van de Schelde. Op dat moment sprak de meter een heilwens uit waarna zij, met een bijltje, een draad door kapte. Zo sloeg een fles champagne kapot tegen de boeg van het schip en was het gedoopt. Onder het schip werden de laatste blokken weg geslagen en dan gleed het in het water. Op dat ogenblik speelde de harmonie het vaderlands lied.

Een mars die niet mocht ontbreken was de Zofingia. Dit was op vraag van Georges Van Damme. Hij had dit lied gehoord op een van zijn reizen. Dit beviel hem zo dat de Zofingia March steeds als serenade diende te worden gespeeld op het eind. Een ander favoriet lievelingsmuziekje van de heer Van Damme was Sambre Meuse. 

 

 Begin jaren 1950 besliste de directie om de muzikanten met uniformen uit te dossen. De familie Van Damme had in Eeklo textiel fabrieken. Die leverden de stoffen aan kleermaker Vanderlinden uit Sint-Gillis-Waas. Eens de uniformen in gebruik genomen, werden de muzikanten verplicht naar de werf te komen met wit hemd en zwarte schoenen. 

 

Ik heb één maal gezien dat iemand bruine schoenen droeg. Die werd uit de rangen gehaald en mocht die dag niet mee spelen.”

 

De kostuums kregen een vaste bewaarplaats en werden tot in de puntjes onderhouden door het kuispersoneel. 

Het optreden van de Boelwerfharmonie vormde een onmisbaar en zeer gesmaakt onderdeel van de scheepsdoop. Doordat de muzikanten werknemers van de werf waren, gaf dit nog een extra cachet. 

 

De riem en manchetten voor de trommelaars en tamboer-majoor waren maagdelijk wit. Het embleem van de werf kwam op de linkermouw te staan.

Volgens de overlevering was het trommelen met die handschoenen en manchetten niet eenvoudig. De trommelsticks vlogen makkelijk in het rond. De truc was om je handschoenen nat te maken en nat te houden, door af en toe eens goed op duim en wijsvinger te ‘sabberen’.

De organisatie van een doopplechtigheid vereist een nauwkeurige planning en veel contacten en afspraken met (de vertegenwoordigers van) de opdrachtgever en met verschillende diensten op de werf.

Eenmaal datum en uur van de doopplechtigheid vastlagen, werd contact gelegd met de harmonieverantwoordelijke. Die waarschuwde de dirigent en de muzikanten en zorgde voor het lokaal, het repetitiemoment en voor de kledij. Verder verliep alles volgens de geijkte routine.

Terwijl de genodigden toekwamen maakten de leden van de Boelharmonie zich klaar en stelden zich op aan de burelen of later aan Den Esch. 

De voornaamste gasten, en natuurlijk de Meter en haar entourage, werden vooraf ontvangen. De anderen wandelden rechtstreeks naar de plaats van de doop. 

Als de Meter er klaar voor was, op het afgesproken uur, kwamen de directie en de gasten naar buiten. De dirigent kreeg dan een teken om te starten en onder de begeleiding van de harmonie stapte het gevolg naar de tribune, opgesteld voor het te dopen schip. 

 

Na de doop stapten de Meter en de genodigden terug achter de spelende harmonie naar de receptiezaal. Daar bracht de harmonie nog 1 of meer nummers als serenade aan de Meter. Daarna werd de dirigent voorgesteld aan de Meter en door haar bedankt. 

De genodigden gingen naar binnen en de muzikanten gingen er, na gedane taak, ene drinken alvorens zich terug te gaan omkleden. 

Verschillende dirigenten leidden de Boelharmonie door de jaren heen. 

Zoals reeds gemeld was de eerste een zekere Fauconnier uit Gent met als tweede dirigent Jean Temmerman. Na de oorlog nam Karel Christiaens de dirigeerstok in handen. Karel bleef dirigent van 1948 tot 1980. Zijn broer Frans was sinds het ontstaan korpsverantwoordelijke. 

Willy De Puysseleir nam de dirigeerstok over, maar jammer genoeg maar voor korte duur. Hij overleed onverwachts in 1982. De Boelharmonie verloor een jonge getalenteerde dirigent. Als opvolger kwam de leiding in handen van Eduard Foubert. Deze had al zijn bekwaamheid als dirigent kunnen tonen bij Recht Door Zee. Als onderchef had hij regelmatig moeten inspringen voor de hoofddirigent Marcel De Boeck. Die laatste had hem wegwijs gemaakt in de dirigeerkunst. 

In opvolging van korpsverantwoordelijke was François Vercauteren jarenlang de go between tussen directie en harmonie. Later waren hiervoor nog zijn zoon Luc en Karel Reyniers verantwoordelijk.

De Boelharmonie musiceerde occasioneel buiten de werf. Dit was dan op vraag van de rederij of opdrachtgever en vond meestal plaats op de rede in Antwerpen of, na de fusie, in Hoboken. 

Het bezoek van de Belgica, bouwnummer 1514, aan Temse in 1986 was én voor de harmonie én de gemeente een primeur. Het is de enige keer dat de Boelharmonie door de straten stapte. Na de doopplechtigheid, waar uiteraard de Zofingia-March werd gespeeld, ging het richting Dacca in de Kasteelstraat, waar de receptie plaatsvond. Bij de terugmars naar de werf, zonder gevolg,  werd een bezoekje gebracht aan de “Cop”.

De doop van de Amazone, bouwnummer 1522, werd door de harmonie opgeluisterd op de terreinen van DEME te Zwijndrecht. De Amazone is een cutter dredger, in 1986 opgeleverd voor Dredging International.

 Voor 800 jaar Hoboken was er een spektakel georganiseerd met medewerking van de werf. Dit auditieve en visueel gebeuren vond plaats op de werf bij valavond. De harmonie zorgde voor de muziek en speelde vanop een KAMAG (een zelfrijdend zwaar transport platform). De mensen volgden terwijl de muziek, op de maten van ‘We zeggen U geen vaarwel’, van marstempo vertraagde tot het afscheid.

Het is één keer voorgekomen dat de harmonie op beide werven een doopplechtigheid diende te verzorgen. ‘s Morgens werd gespeeld te Hoboken en in de namiddag te Temse. De genodigden werden met een boot van Hoboken naar Temse overgebracht naar Kraanbaan II. 

Papa Van Damme sprak Eduard aan en vroeg of ze zeker Sambre Meuse, zijn lievelingsmuziekje, zouden spelen.

In elke harmonie of fanfare is er een tamboer-majoor. Voor de Boelharmonie is Fiel Van Nieuwenhove deze figuur. Hij begon in 1936 zijn tweeënveertigjarige loopbaan op de werf. Hij leerde muziek en trommelen bij Leon Foubert, vader van Eduard. Vanaf 1948 werd hij tamboer-majoor bij Recht Door Zee en zou dat blijven tot 1969. Hij stond in 1939 aan de wieg van de Boelharmonie en was er tamboer-majoor tot 1978. In 1955 was hij tamboer-majoor van de vier muziekverenigingen van Temse bij de opening van de Scheldebrug, door Koning Boudewijn. Na Fiel hanteerden vervolgens Jef Maes en Walter Mets de tamboer-majoorstok.

Op donderdag 19 december 1996 luidden de doodsklokken over de scheepsbouw in Temse. De Boelharmonie, of wat er van restte, speelde een laatste serenade op de kaai bij het afscheid van bouwnummer 1540, de Navigator. Tijdens het begeleiden van de laatste werfdirecteur en de curatoren, naar het lokaal van de Temse Watersport Vereniging, werden de finale noten gespeeld. Hier volgde een afscheidsdrink. Elke muzikant kreeg van de curator zijn marsboekje als aandenken.

Dit betekende tevens het einde van de Boelharmonie, 1948-1996. Zofingia!

 

De Originele Boelwerfvlag van de harmonie, hier getoond door Arthur Mettepenningen en Jean De Block, is in het bezit van Op Stoapel.

 


Opgetekend door Hugo Van Britsom

Met dank aan Eduard Foubert, Riet De Block-Heirman en Frank Waltens.

Geraadpleegde werken:

– Informatieblad De Zaat

– Jaarboek Gemeentemuseum

– 60 jaar Recht door Zee

Dank aan Marc Hauman voor het nalezen.


 

Een CD ‘Het Einde van een Industrie’ is een dankbetuiging aan de laatste bouwer van Zeeschepen in België. Eveneens afgebeeld, de voorpagina van de directie partituur van deze CD.

 

 



Copyright Op Stoapel VZW   |   site by WebXclusive®, digital marketing agency

Facebook Iconfacebook like button