Aankoop maquettes WIELINGEN en GODETIA

In februari 2022 kon Op Stoapel de maguettes van de Wielingen en Godetia aankopen. De bouw van zo een maquette is iets voor gepasioneerde mensen. Bart Baptist is zo een fervente modelbouwer, marinier en familieman. We zijn Bart Baptist enorm dankbaar dat hij deze maquettes gemaakt heeft en na al die jaren aan ons wil verkopen. Wij laten Bart hier aan het woord.

Familieman

Ik ben Baptist Bart, woon in Bilzen en reeds 32 jaar getrouwd met Heidi. Vader van twee prachtige dochters en papie van een kleindochter Elle van bijna 4,5 jaar. Ik werk al 30 jaar als vrachtwagenchauffeur, daarnaast heb ik een bijberoep waarin ik maatwerk doe, zoals keukens, badkamers en dressings. Naast mijn drukke werkzaamheden maak ik zeker nog tijd voor mijn familie, wat voor mij mijn dierbaarste bezit is.

Ik heb bijna 20 jaar modelbouw gedaan, ik had toen meer tijd want ik stak er vele uren, vooral avond en nachturen in. Omdat ik overdag tijd maakte voor mijn vrouw en kinderen. Mijn liefde voor de modelbouw begon doordat mijn hart bij de Marine lag en daar ligt het nog steeds. Ik wilde zeer graag een schip bouwen waar ik op gevaren had.

Marine

Op 17-jarige leeftijd was ik de school moe. Ik volgde toen houtbewerking. Ik wilde wat van de wereld zien en vertrok naar het CRS (Centrum voor Rekrutering en Selectie) te Neder-over-Heembeek om vervroegd bij het leger te gaan. En zo ging ik op 2 juni 1986 vervroegd mijn dienstplicht doen bij de Zeemacht. Na mijn gewone opleiding in Sint-Kruis-Brugge kreeg ik mijn specialisatie opleiding dekmatroos in Zeebrugge. In september ging ik aan boord van de oceaanmijnenveger (MSO) de M904 De Brouwer. (n.v.d.r.: Het schip is gebouwd op de Bellingham Shipyard in Washington USA)

M904 De Brouwer Copyright: marinebelge.be

Enkele dagen later vaarden we uit om ons voor te bereiden op Stanavforchan. Een eskader van diverse NAVO schepen. Op 20 september 1986 vertrokken we richting Rosyth (Schotland) waar we Stanavforchan overnamen van de M903 Dufour.

Buiten het mijnenjagen en mijnenvegen deden we ook nog vele andere oefeningen, zoals chemische oorlogstrijding, brandoefeningen, verlaat het schip, team-swepen (twee mijnenvegers die samen mijnenvegen doordat de veegrepen of kabels aan beide schepen verbonden zijn), feuling, RAS posten, winching met een helikopter en nog veel meer.

Buiten dit alles moest het schip dagelijks zeer grondig gepoetst worden door de bemanning. Slapen deden we met 3 boven elkaar in kleine ruimtes. Privacy was er niet.

Constant in een regime van 6u wacht en 6u af, tenzij er alarmwacht of gevechtsposten waren. Dan was de hele bemanning paraat. Best wel zware manoeuvres. Als jonge gast, Limburger die nog nooit een schip van kortbij gezien had, een hele ervaring. Gelukkig had ik een peter (buddy) aan boord, Ivan, ook een limburger die reeds 7 jaar vaarde. Hij introduceerde mij bij de harde kern van de bemanning waar ik vanalles leerde, zoals het pinten drinken.

Na Schotland deden we vele havens aan, waaronder ook Hamburg. Na Hamburg zijn we via het Kielkanaal naar de Baltische zee gevaren om daar mijnen te gaan jagen en vegen. Op de Baltische zee heb ik zeer koude wachten gehad op de brugvleugels, met onze bevroren neus in de ijzige zeewind op uitkijk naar allerhande contacten.

We zijn in Sønderborg (Denemarken) 3 dagen met de vlag halfstok in de haven blijven liggen, terwijl de hele vloot de manoeuvres verder zette. Reden daartoe was de verdrinkingsdood van onderofficier René Franken die tussen twee mijnenvegers in het water was gevallen. Wij zijn daarna terug de vloot gaan vervoegen. Hebben nog enkele weken met de vloot manoeuvres gedaan, zowel op de Baltische zee en in het Kattegat.

Artikel over het overlijden van een onderofficier

Net voor Kerstmis namen we van al de NAVO schepen afscheid. Op de terugvaart kwamen we nog in een zeer zware storm terecht. Tijdens mijn wacht op de brug rolden we van tijd tot 53°. Het voordek verdween in de golven en daarna weer hoog in de lucht om terug een duik in de golven te nemen, je hoorde het hele houten schip kraken en geregeld borden of iets anders stuk vallen. Zeer indrukwekkend en niet voor te stellen als je het nooit zelf hebt mee gemaakt.

Toen besefte ik ten gronde onze spreuk aan boord van de oceaanmijnenvegers “wooden ship, iron men” (Vertaling OS: houten schepen, ijzeren mannen)

wooden ship, iron men

Op 6 maart 1987, bij de ramp van de Herald of Free Enterprise, ben ik ingescheept op de tripartite mijnenveger M916 BELLIS, om rond het gezonken schip te patrouilleren.

Herald of Free Enterprise voor de kust van Zeebrugge Copyrigth: PixelRZ.com

Daarna ben ik aan boord van de M906 Breydel gegaan en weer heel wat op zee gezeten. In Normandië hebben we met een Belgisch eskader comflot 22, verschillende oefeningen gedaan waar destijds de landingszones waren (n.v.d.r OS: WO II). Het eskader bestond uit de A961 ZINNIA, M906 BREYDEL, M909 BOVESSE, M916 BELLIS ook waren er 2 MSC’s en 4 MSI’s bij, van deze laatse ben ik de namen vergeten.

Ik deed mijn job zo graag, genoot ervan om steeds weer uit te varen dat ik voor 2 jaar bijtekende als tijdelijk vrijwilliger. Ik verliet de BREYDEL om een 14-daagse specialisatie cursus te volgen om B4 te worden, te Zeebrugge en Egermine Oostende.

A960 Godetia Copyright Flickr.com

Hierna belandde ik op de A960 Godetia. (n.v.d.r. De Godetia is ondertussen afgebroken). Er werd gezegd dat de Godetia de Zinnia in de Perzische Golf zou gaan aflossen. (n.v.d.r. De Zinnia maakt samen met de Belgische schepen Breydel en Bovesse en de Nederlandse schepen Maassluis en Hellevoetsluis deel uit van Operatie Octopus in de straat van Hormuz tijdens de golfoorlog in 1987.) Maar ondanks het feit dat we hier allemaal op hoopten, ging het niet door, de transfer was te duur.

In plaats daarvan gingen we op kruisvaart naar Afrika. Een reis van 2 maanden (9 januari tot 9 maart 1989). (n.v.d.r. Normaal werd dit steeds met kadetten van de Hogere Zeevaartschool Antwerpen gedaan, maar deze keer zonder.) Ik was aan boord dekmatroos , storeman van de voorstore en onderofficier van wacht op de brug.

Na 9 dagen varen kwamen we aan in Dakar, daarna vaarden we door naar Lagos (Nigeria), Owendo (Gabon), normaal ook Zaïre, maar kregen uiteindelijk geen toestemming van Zaïre en werden zelfs tijdens mijn wacht op de brug door een patrouillevaartuig terug uit de territoriale wateren geëscorteerd. Vervolgens deden we de Ivoorkust, Gabon en Agadir (Marokko) aan.

Mijn evenaarsdoop was ook één van de hoogtepunten. Tijdens het oversteken van de evenaar werden de hele dag dopen georganiseerd. Op 2 februari om 12u12 voeren we effectief de evenaar over en loeiden alle scheepshoorns. Geweldig geluid en trots om daar te zijn. Op mijn doop om piraat te worden heb ik de stinkende visolie tussen de tenen van Neptune gelikt. Hij had dagen ervoor steeds weer dezelfde sokken aangehouden in zijn werkschoenen.

Nadat we weer eens een panne, onze motoren hadden het begeven, dreven we af naar het eiland Pagalu of Anobon, ook om ons te beschermen tegen slecht weer en om het anker te kunnen gooien. Ik denk of ben er bijna zeker van dat onze bemanning daar als enige Belgen op dit eiland zijn geweest. Omdat er geen haven was zijn we er met de zodiacs naartoe gevaren. Een ongelooflijke ervaring die ik tot vandaag nog met fierheid meedraag.

Met fierheid kijk ik ook terug op mijn tropenuniform, mijn evenaarsdoop en het bezoeken van het eiland Pagalu. Wat wij daar gezien hebben was pure natuur, mensen die leefden in hutten, tussen de dieren, geen elektriciteit, stromend water, telefoon, geld…puur natuur….

Een Nederlandse sleper is ons na twee dagen komen afslepen naar Owendo (Gabon), waar we een hele tijd gelegen hebben om de motoren te herstellen. Toen we terug op de oceaan waren richting Ivoorkust, hebben we een brand in de machine kamer gehad. Het was op woensdag 15 februari om 17u59. Ik kwam net van mijn wacht op de brug. Bij een oefening wordt er brand brand brand omgeroepen. In geval van een echte brand safe guard, safe guard,safe guard. Wanneer je dit hoorde, vergeet je alles en denkt enkel aan hetgene waar we ons dagelijks op trainden.

Bij een brand is er een heel goed getimede procedure aan boord. De ontdekker van de brand luidt het alarm waarop diverse aanvalteams (brandbestrijders) tot squads het vuur bestrijden terwijl de rest van de bemanning in een shelter schutting zoekt. Ik moest met mijn squad team in de ruimte voor de machine kamer alles in gereedheid brengen om de muren af te koelen. Het waren de logies van de eerste matrozen en kwartiermeesters, onder de ziekenboeg aan boord, die brand hadden gevat. Door onze vele oefeningen (trainingen) slaagden we er vlug in de brand onder controle te krijgen.

Na de Ivoorkust en Marokko liepen we 9 maart 1989 Oostende binnen. Op het staketsel stonden heel veel mensen ons te verwelkomen, en in de haven onze familie. Steeds weer fijne momenten om onze geliefden terug te zien.

Enige tijd later heb ik de Zeemacht verlaten om met mijn geliefde te trouwen. Zij zag het niet zitten om steeds zo lang alleen te zijn terwijl ik op zee was. Mijn keuze was met gemengde gevoelens, daar ik een groot hart had voor de Zeemacht en mijn job op zee zeer graag deed. Maar omdat ik ook dol graag kinderen wilde en een familie wenste was dit een goede keuze.

Modelbouw

Toch bleven mijn herinneringen op zee mij achtervolgen. Eens ik er over begon te vertellen, wist ik niet van ophouden. Buiten mij souvenirs die ik van overal had meegebracht wilde ik graag een schip bouwen waar ik op gevaren had, om in onze living te pronken. Maar ik ging een stapje verder, hij moest ook kunnen varen.

M904 De Brouwer Copyright: Flickr.com

In 1995 begon ik met de plannen om mijn eigen oceaanmijnenveger of MSO te bouwen. De M904 De Brouwer was het eerste schip waar ik bemanningslid op was en een hele tijd op gevaren heb. Na 2 jaar bouwen was hij klaar. Ik kon er echt mee mijnenjagen, de PAP te water laten (afstand bestuurde en geleide onderzeeër om mijnen te zoeken), een oefenmijn boven halen, tot zelfs mijnveegtuigen achter mijn schip slepen. Alle lichten en scheepshoorn werkte. Ik was ondertussen lid geworden van de Limburgse model yacht club (LMYC). In deze vereniging kon je met raad en daad geholpen worden. Met onze modellen reden we het hele land af om wedstrijden te varen. We moesten met onze schepen bepaalde parcours volgen met boeien, zonder ze te raken.

Enkele jaren later wilde ik graag een Fregat bouwen. Op dit schip had ik weliswaar nooit op gevaren , maar heb altijd onze fregatten prachtige schepen gevonden. Met de hulp van een collega modelbouwer uit Sint-Niklaas, wijlen Tony Germaux was mijn vrouw aan de romp van een Fregat geraakt. Ik kreeg hem als kerstcadeau. Uit deze mal zijn slecht 4 rompen gemaakt. Dit omdat de Marine maar 4 fregatten had, en we wilden toen ook niet dat er meer dan 4 modellen zouden zijn.

F910 Wielingen Copyright: Flickr.com
Maquette F910 Wielingen Copyright: Paul Bertolo

De F912 Wandelaar, F913 Westhinder waren al in de aanbouw, dus besloot ik de F910 Wielingen te bouwen. In 1998 begon ik met een kale romp aan de bouw van mijn fregat. Na 3 jaar werd hij, volledig uitgebouwd, in onze clubvijver te Genk gedoopt.

Tijdens demo’s kon ik het volgende laten zien: Draaiende radars en gevechtsradar, seinlichten, Draaiende 100mm kanon, seasperrow, rocketlauncher, kon een torpedo uit de romp schieten nadat er een Luik open ging. Brandoefening met een rookgenerator en een ingebouwde pomp die water op de rook spoot via de brandbestrijders…alle dek en navigatie lichten werkten tot de scheepshoorn toe. Zelfs kon ik 4 exocet raketten afvuren over een afstand van 6 tot 8 m.

Zowaar heel uitgebouwd en alles op afstand bestuurd. Met haar lengte van meer dan 2 m had ik het niet makkelijk om tussen de boeien te manoeuvreren. maar met mijn appart bestuurbare motoren kon ik mijn schip echter wel bijna ter plaatse draaien. Eens ben ik zelfs op de eerste plaats beland, wat niet makkelijk was tussen vele kleinere modellen. Ik leefde mij echt in in het varen.

In 2003 begon ik aan de A960 GODETIA.

A960 Godetia (Auxiliary vessel) Copyright: Paul Bertolo

Deze keer ging ik ook zelf de romp maken. Met het spantenplan kon ik van start gaan. De bouw duurde ook zo een 3 jaar. Op dit schip bouwde ik nog meer modules om veel te laten bewegen en zelfs horen. Zo staken er 8 verschillende geluidsmodulles in. Bij het klaar maken om uit te varen kon je de echte omroepen horen die we destijds aan boord gebruikten. Zoals aandacht, klaar maken havenposten, sluittoestand yanky of voor oefening brand brand brand in compartiment 14-2-53 L en dit ook in het Frans.

 

Wat hij ook kon laten zien was : de draaiende rotor van de helikopter, seinlichten, brandoefening, water spuiten met ingebouwde pomp, navigatie radar, de kraan kon de motorboot buitenboord zetten.

Ik kon een oefenpop ‘oskar over boord gooien en die werd opgepikt door een duiker. Alle lichten werkten en uiteraard ook de scheepshoorn. Door zijn afzonderlijk bestuurbare motoren kon ik ter plaatse manoeuvreren. Ook hier was het niet makkelijk om wedstrijden te varen. Iedere keer wel heel veel bekijks.

Als reservist ingedeeld bij de squad reserve gingen wij meerdere keren per jaar een weekend trainen op zee. Mijn hart voor de zeemacht, toen de Marine geworden, stond in lichte laaie. Ik ben blijven varen met het squad tot ik in 2005 verplicht op definitief pensioen gezet werd.

M915 Aster Copyright: Personnel of the Belgian Naval Component

Laatste reis

Mijn allerlaatste reis was met de M915 Aster. Een reis van 14 dagen naar Nantes (Frankrijk) en Cork (Ierland). Het moest precies zo zijn dat mijn laatste dag op zee, zeer zwaar weer tot stormachtig was. Heerlijk was het om het schip zo te voelen rollen en stampen. Dit was het definitieve einde van mijn leven aanboord, jammer.

Gelukkig had ik mijn hobby om mijn gedachten aan de Marine levend te houden. Maar met de jaren is de modelbouwmicrobe uitgebleven door werk en andere interesses. Door opgroeiende kinderen en de kleindochter kwam het dat mijn schepen in een donker kamertje kwamen te staan, helaas. Ze namen ook teveel plaats in.

Daarom ben ik nu zeer blij dat ze een mooie bestemming hebben gekregen (n.v.d.r. OS: in het AC De Zaat van Temse). Met enige fierheid heb ik ze overgedragen de erfgoedvereniging (Op Stoapel vzw) waar ooit de echte schepen van mijn modellen gebouwd zijn, een eervolle plaats.

Ik ben er zeker van dat ze nu bij jullie in goede handen zijn.

Maquette M904 De Brouwer bij Bart Baptist in huis Copyright: Paul Bertolo

Nu rest mij enkel nog mijn modelbouwschip M904 De Brouwer, mijn eerste schip waar ik op vaarde, waar ik de rustige en soms ook ruige zee op voelde, waar ik vele uren op de brug doorbracht, zware manoeuvres beleefde, lange tijd van huis was, kameraadschap heb leren kennen en als één familie maanden samen leven in kleine ruimte, zonder enige privacy. Onvergetelijke herinneringen hou ik hieraan over.

De M904 De Brouwer blijft bij mij en houdt mij verbonden met de Zeemacht, nu de Marine.

Tekst: Baptist Bart

Foto’s: Paul Bertolo

http://www.wielingen1991.org/nl/het_fregat.htm

 

 



Copyright Op Stoapel VZW   |   site by WebXclusive®, digital marketing agency

Facebook Iconfacebook like button