Plaatsmaken voor de FRANCE
De SS Lucile Bloomfield (USA) kwam op 1 oktober 1963 in aanvaring met de M/S Ronda, gebouwd in 1948 in Göteborg Zweden, in aanloop naar Le Havre. De Ronda voer van Virginia naar Antwerpen geladen met kolen en cargo. Na het afslepen naar de kade maakte de Ronda slagzij en zonk de volgende morgen. De afmeerplaats was de trans-Atlantische kaai in de haven van Le Havre, de kade van het luxe passagiersschip France, ook gekend als de Blue Lady. Het spreekt dat deze kade zo vlug mogelijk moest vrijgemaakt worden.
Hier komt de URS (Unie van Redding- en Sleepdienst) in beeld, al droeg de bergingsfirma toen nog niet die naam.
De bergingsploeg stond onder leiding van Gustaaf Verbiest, een befaamd en verdienstelijk bergingsleider met veel ondervinding in het vrijmaken van de havens in Frankrijk na de bevrijding in de jaren veertig. Hij was gekend voor zijn ondernemingsdurf, zijn ondervinding als duiker en het onderwater werken. In de ogen van de Franse ingenieurs en maritieme ambtenaren was Gustje een fenomeen zonder gelijke.
Dus nam Gust de berging van de Ronda op zich. Hij begon eraan in 1964 met het afbreken van de bovenbouw en het ontmantelen van allerlei tuig tot alleen de dubbele bodem en enkele ruimen overbleven. Deze werden waterdicht afgesloten, leeggepompt en vlot gebracht langsheen de kade. Het wrak stak slechts 1 meter boven water. Er werd een akkoord gesloten met de afbraakfirma Boel die het kocht met aflevering in Temse inbegrepen. De bergingsploeg had het wrak zeeklaar gemaakt en het bewijs van zeewaardigheid verkregen van de Franse Autoriteiten.
De URS (Letzer) zette twee zeeslepers in en zou zodra het weer het toeliet vertrekken. In december 1966 waren de eerste weken de zee en de wind ongunstig. Op 16 december arriveerden de Georges Letzer en de Scaldis vanuit Antwerpen en Vlissingen in Le Havre maar de weergoden bleven nukkig en bliezen de golven nog hoger.
Pas op 25 december 1966 werd, na rijp beraad, de moeilijke tocht aangevat. De wind zorgde nog steeds voor een staande zeegang waardoor er niet op volle kracht mocht worden getrokken.
Op 1 januari 1967 bereikte de sleep de haven van Antwerpen en werd er aan de meerboeien ter hoogte van Hemiksem afgemeerd. Gedurende de ganse nacht bleven de Georges Letzer en een havensleepboot stand-by.
Op 2 januari werd de sleep veilig afgeleverd aan de afbraakkade bij Boel.G
Naar een tekst van:
‘Geschiedenis der Belgische Sleepvaart’ – Belgisch Glorie 1860-2007 van Kapitein l.o. Cyrille Pissiersens
Kapitein Cyrille Pissierssens
Kaptein Cyrille Pissierssens
Kapitein Cyrille Pissierssens is op 19 februari 2023 overleden, geboren te Oorderen (Kruisschans) op 27 mei 1931. Hij zal om meerdere redenen herinnerd worden maar zeker als offshore pionier.
De vader van Cyrille was als ingenieur technisch conducteur van de sluizen en stond in voor het onderhoud/herstellingen van de kunstwerken. Zo is hij gebeten geworden door de scheepvaart. Pissierssens’ leven heeft zich volledig op en naast het water afgespeeld. Vooral de Antwerpse sleepdiensten, waarover hij in 2014 nog een boek publiceerde, lagen hem na aan het hart.
Hij begon als lichtmatroos op een grote cargo. “De eerste tien dagen richting New York was ik zeeziek, maar daarna was ik genezen”. Na zijn studies aan de Hogere Zeevaartschool in Antwerpen ging hij de koopvaardij in. Bij CMB voer hij als kapitein ter lange omvaart zo’n negen jaar de wereld rond. Via CMB is Kapitein Pissierssens uiteindelijk aan de slag gegaan bij de sleepdiensten, waar hij 33 jaar walkapitein was.
Kapitein Pissierssens stond hoog aangeschreven in de havenwereld. Hij was een apart figuur, een fijn en statig man die een van de pioniers was in de offshore. Hij realiseerde wat iemand anders niet kon of durfde. Een van de vele moeilijke projecten waar hij aan meewerkte was de bouw van de Liefkenshoektunnel in de jaren 80, waar URS toen de betonnen tunnelelementen van Kallo naar de juiste locatie sleepten.
Na zijn pensioen schreef kapitein Pissierssens een lijvig boek van 450 bladzijden over ‘De Geschiedenis der Belgische sleepvaart’. Hierin staan honderden sleepboten beschreven, opmerkelijke bergingsacties en bijzondere sleepwerken.
Naast kapitein en auteur was Pissierssens ook nog voorzitter van de Redders van Antwerpen en voormalig bestuurslid van het Belgisch Zeemanscollege.
Bron: FLOWS van 26 februari 2023 – Bart Meyvis
Flows is het Nederlandstalige onlinenieuwsplatform voor de wereld van het goederenvervoer en brengt 24/24 nieuws en updates, met een dagelijkse nieuwsbrief.
De Ronda en de France
De M/S RONDA
De M/S RONDA werd gebouwd bij A/B Lindholmens Varv, Göteborg, Sweden voor de rederij Ludwig Mowinckels uit Bergen.
Te water gelaten 8 juni 1948 en in de vaart gebracht in oktober met lengte 168,8 meter en breedte 23.3 meter
Uitgerust met een vijf cilinder diesel Götaverken type 630/1300 VG.8. 2-takt
Het schip had vijf luiken en een draagvermogen 2607 ton.
Passagiersschip France
Het passagiersschip France, gebouwd bij Chantiers de l’Atlantique in St-Nazaire, was tot de bouw van de Queen Mary 2 het grootste passagiersschip ter wereld. Het had een lengte van 316 meter, een breedte van 33.7 meter met een diepgang van 10.8 meter. Het kon de oversteek maken met een vaart van 30 knopen (55,5 km/h). Het schip kwam in de vaart in 1962 en werd in 2003 uit dienst genomen.
Het IMO-nummer 5119143 werd in 2007 in Allang tot schroot herleid.
Hugo Van Britsom
Met dank aan Marc Hauman voor het nalezen.
