Loods Hoboken

We zien dat ook in Hoboken steeds meer zaken verdwijnen van de scheepswerf.

Naar aanleiding van de ontmanteling van de 40 ton loods in Hoboken verscheen in Gazet Van Antwerpen er een artikel. Ook Eddy Van Grevelinge kroop in zijn pen.

Toch even een herinnering ophalen :

Op 12 december 1983 dik tegen ons goesting werden we met 20 collega’s van blok III verplaatst van Boelwerf Temse naar de 40 Ton loods op de werf in Hoboken. Daarna volgden nog 3 groepen van elk 20 man.

In plaats van elke dag met de fiets naar het werk (vijf minuten verplaatsing), was het nu met de auto naar het veer in Kruibeke en de overtocht naar Hoboken. Het feit dat ik geboren ben in Temse, er naar school ben geweest en er werkte, stopte plotseling. Er kwam een einde aan deze voordelen, maar we wisten toen niet voor hoelang.

Er waren ook mensen uit Hoboken die in Temse gingen werken. Wij vroegen ons af waarom wij naar Hoboken en zij naar Temse moesten. Maar het deed er niet toe. De beslissing was gevallen maar deze werd niet hartelijk ontvangen.

De eerste dagen en weken was het zoeken, nieuwe bazen, nieuwe omgeving, ander dialect … maar vooral de verplaatsingen.

We hebben het toch drie jaar volgehouden met vallen en opstaan, maar toen we in 1986 definitief terug naar Temse mochten was het toch een opluchting.

Voor mij persoonlijk hing alles nog tot op het laatst aan een zijden draadje.  Ik had namelijk mee moeten helpen met de ontmanteling van de magazijnen en de stock in Hoboken. Gelukkig mocht ik dan toch in Temse blijven en was een man van Hoboken kandidaat om mij te vervangen.

Nu de 40 ton loods, Hal 1 tot en met 6. Voor mij was het paar maanden hal 3 bij Hugo Bayens, dan nog een paar maanden bij Jean Goris in hal 5 en de langste periode in Hal 4 bij Karel Van De Velde. Hal 1: Roland Pieters die meegekomen was van Temse en Hal 2: Alfons Lardon en Hal 6: André Spiessens ook mee gekomen uit Temse. Karel De Gendt had de paneelstraat en de hoofdbrigadier was Arthur Rossiers, later opgevolgd door Karel De Gendt. Sectie-overste was Roger Colman. Brigadiers van de lassers waren Jean Van De Vijver en François Spiessens alias de voddeman. Ook bij de lassers was Eugeen Vergauwen hoofdbrigadier lasser en Jean Van De Vijver meestergast lasser.

Het werk was toen gericht op de Petrobulk schepen, daarna ombouw ferry’s, sluisdeuren Berendrecht, als laatste de Yatzy. We moesten dus schepen bouwen.

Wat ik me nog herinner: 

Bij dikke mist kon de pont niet overvaren dus moesten we wachten.  Als het richting Hoboken was: een minder groot probleem. Een keer dat bij het overvaren de pont de stijger in Kruibeke niet vond bij zeer dichte mist en in de kant naast de steiger belandde, was dat wel even schrikken. We moesten op een bepaald ogenblik ook wachten in Hoboken omdat de Ortelius in aantocht was op zijn proefreis, en voorrang had.

Sommige collega’s hadden de kroegen naast de werf zeer rap gevonden o.a Café De Congoboot. Als er gestempeld werd, viel ik meestal naast de boot. Toen ze opmerkten dat we met twee waren met dezelfde achternaam, bleek dat mijn neef een zeer grote voorsprong had in het stempelen. 

Voor onze overplaatsing hadden we afgesproken wie met wie kon meerijden. Ook voor hen die geen auto hadden was er een oplossing. Als er gestempeld moest worden of in ploegen gewerkt diende te worden, werd er bij de leiding gevraagd om daar rekening mee te houden. Indien dit niet mogelijk was, werd er toch geschipperd dat iedereen de verplaatsing kon meemaken.

Ons avontuur eindigde dus in 1986, een bewogen jaar voor de werf met bijna een eerste faling.  Ondanks alles was het een belevenis daar in Hoboken en hebben we ook tal van nieuwe mensen leren kennen, die dan jammer genoeg de omgekeerde richting hebben meegemaakt en ook het einde van de werf in Temse.



Copyright Op Stoapel VZW   |   site by WebXclusive®, digital marketing agency

Facebook Iconfacebook like button